NL EN
DONEER NU!

Raad van State: burgemeester hoeft wettelijk verplichte intrekking vergunning niet uitgebreid te motiveren

16 september 2020

Raad van State: burgemeester hoeft wettelijk verplichte intrekking vergunning niet uitgebreid te motiveren De Raad van State heeft in hoger beroep geoordeeld dat de burgemeester van Oldambt de horecavergunning voor een café op grond van art. 31 van de Drank- en Horecawet móest intrekken toen bleek dat er geen leidinggevende in het café was. Zij hoeft de intrekking dan ook niet uitgebreid te motiveren.

Uit vier controles was gebleken dat er in het betreffende café telkens geen leidinggevende aanwezig was die vermeld stond op het aanhangsel bij de vergunning, terwijl het op grond van artikel 24, eerste lid, aanhef en onder a, van de Drank- en Horecawet verboden is een horecagelegenheid open te hebben zonder dat er een leidinggevende aanwezig is. Ook bleek er sprake van schijnbeheer. De burgemeester trok derhalve de vergunning in, zonder gebruik te maken van het handhavingsstappenplan dat zij normaliter toepast bij overtreding van de sluitingstijden.

De voorzieningenrechter oordeelde vervolgens dat de burgemeester haar besluit tot intrekking onvoldoende had gemotiveerd. Daarop ging de burgemeester in hoger beroep.

De Raad van State is het niet met de voorzieningenrechter eens: op grond van artikel 31, eerste lid, aanhef en onder d, van de Drank- en Horecawet moet een burgemeester de vergunning intrekken als er geen leidinggevende aanwezig is of een nieuwe leidinggevende niet is gemeld. Het is dus wettelijk verplicht en hoeft daarom verder niet uitgebreid te worden gemotiveerd.

Bron: rechtspraak.nl.

Laatste nieuws