NL EN
DONEER NU!

Blokhuis beantwoordt vragen over zijn wetsvoorstel Drank- en Horecawet

11 maart 2020

Afgelopen week heeft staatssecretaris Paul Blokhuis antwoord gegeven op de vragen van de fracties van de Tweede Kamer over zijn voorstel om de Drank- en Horecawet te wijzigen i.v.m. het Preventieakkoord en de evaluatie van de wet.

Uit zijn antwoorden in deze zogenaamde ‘Nota naar aanleiding van het verslag’ blijkt dat het kabinet momenteel onderzoek laat doen naar de gedragseffecten van (de schijn van) prijskortingen. Hierbij zullen ook grenseffecten van prijskortingen betrokken worden. Een verbod op kortingen van meer dan 25% is een zelfstandig voorstel van het kabinet ter ondersteuning van het Nationaal Preventieakkoord. Het kabinet zegt bereid te zijn de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit, de beoogd toezichthouder van dit verbod, structureel budget toe te kennen voor de extra benodigde capaciteit voor het verwerken van meldingen van prijskortingen.

Er komt t.b.v. de online aankoop van alcohol te zijner tijd (enkele jaren?) een leeftijdsverificatiesysteem. Zolang dat systeem nog niet functioneert zal gewerkt moeten gaan worden met een leeftijdsvraag bij iedere aankoop. Het kabinet ziet dat tijdelijke systeem als een eerste stap om de consument bewust te maken dat hij een leeftijdsgebonden product aanschaft. Blokhuis herhaalt dat als op termijn de tweede fase van de verplichte leeftijdsverificatie bij bestelling zijn intrede doet, het bestellen van drank waarbij alleen gebruik wordt gemaakt van een telefoonverbinding niet meer mogelijk zal zijn. Overigens gelden de nieuwe regels m.b.t. leeftijdsverificatie bij online bestellingen alleen voor Nederlandse verkopers en kopers. Dit schijnt niet anders te kunnen in verband met het briefgeheim. Ook dit grenseffect zal onderwerp zijn van onderzoek.

In antwoord op vragen over de boetebedragen bij niet-bedrijfsmatige wederverstrekking, antwoordt Blokhuis dat het OM dat bedrag gaat bepalen, maar dat het maximaal €435 zal zijn. Verder gaat hij in op de resultaten van NIX18 campagne-effectrapportages, waaruit blijkt dat er bij volwassenen een opvallend verschil bestaat tussen enerzijds weten dat alcohol slecht is voor minderjarigen en anderzijds het normaal vinden dat minderjarigen alcoholhoudende drank nuttigen.

Ook gaat Blokhuis in zijn beantwoording in op de voorwaarden voor de inzet van minderjarige testkopers, met name op het fenomeen uitlokking. Dat is verboden. Minderjarige testkopers mogen niet proberen een verkoper over te halen om de alcoholhoudende drank aan hen te verkopen, als dit in eerste instantie wordt geweigerd. Blokhuis wil de inzet van minderjarige testkopers t.b.v. nalevingsonderzoek niet uitzonderen omdat dat slechts kan als dit met de nodige bureaucratie wordt omgeven, bijvoorbeeld door een meldingsplicht, hetgeen hij niet proportioneel vindt.

Naar aanleiding van vragen van diverse Kamerfracties licht Blokhuis nogmaals toe dat de oppervlakte-eis t.a.v. horeca- en slijtlokaliteiten (nu een zogenaamde inrichtingseis) een gemeentelijke bevoegdheid wordt. Hij heeft gekozen voor gemeentelijk maatwerk, in lijn met de decentralisatie van de zogenaamde bruikbaarheidseisen in de nieuwe Omgevingswet. Er wordt dus geen gehoor gegeven aan diverse verzoeken (onder meer van STAP) om de minimale oppervlakte-eisen in de Drank- en Horecawet/Alcoholwet op te nemen. Het kabinet vindt het schrappen van de oppervlakte-eis niet in strijd met de ambities van het Nationaal Preventieakkoord, alhoewel het wel erkent dat "niet uit te sluiten is dat het loslaten van deze eis tot meer verkooppunten van alcoholhoudende dranken of horeca in winkels kan leiden." Dit rechtvaardigt – aldus Blokhuis - echter niet een landelijk eis!

De regels m.b.t. de scheiding tussen slijtlokaliteit en andere bedrijfsactiviteiten d.m.v. een verbindingsruimte zullen wel worden overgenomen uit het Besluit Eisen Inrichtingen Drank- en Horecawet.

Eén van de wijzigingsvoorstellen is de opheffing van het verbod om toegelaten te worden tot slijterijen voor minderjarigen zonder begeleiding van iemand van 21 jaar of ouder. Blokhuis verdedigt dit voorstel door te stellen dat sommige gemeenten erom vroegen en het in de praktijk leidde tot lastige situaties.

Blokhuis licht ook zijn voorstel toe om de gemeenten de bevoegdheid te geven het slijterijen toe te staan cursussen en proeverijen te organiseren. Daaraan worden 3 cumulatieve eisen gesteld: 1) er dient een gemeentelijke verordening te zijn vastgesteld op basis van artikel 25e, 2) de cursus die gerelateerd is aan alcoholhoudende drank of de betaalde proeverij moet worden gehouden op een moment dat het bij of krachtens de Winkeltijdenwet de slijter is toegestaan zijn winkel te openen en 3) het moment van de cursus of betaalde proeverij moet vallen buiten de reguliere openingstijden van de desbetreffende slijterij.

In een Nota van Wijziging stelt Blokhuis verder enige technische wijzigingen voor. Het betreft vooral aanpassingen die te maken hebben met de samenloop met de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

wijziging-drank--en-horecawet-in-verband-met-het-nationaal-preventieakkoord-en-evaluatie-van-de-wet---nota-naar-aanleiding-van-het-verslag.pdfwijziging-drank--en-horecawet-in-verband-met-het-nationaal-preventieakkoord-en-evaluatie-van-de-wet---nota-naar-aanleiding-van-het-verslag.pdf (135 kB)

Laatste nieuws

Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP
Postbus 9769
3506 GT Utrecht
T: +31 (0)30-6565041
F: +31 (0)30-6565043
E: info@stap.nl