NL EN
DONEER NU!

Privé-ruimte voor vaste vriendengroep is 'niet voor publiek toegankelijk', ook al stond de deur (even) open

22 augustus 2023

Privé-ruimte voor vaste vriendengroep is 'niet voor publiek toegankelijk', ook al stond de deur (even) open Medio augustus heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een rechtszaak tussen de burgemeester van de gemeente Hoorn en een huurder van een bovenverdieping van een bedrijfspand.

Bijna twee jaar geleden sloot de burgemeester de locatie op grond van de Wet op de kansspelen (Wok), omdat er illegaal gegokt zou zijn. Ook kreeg de huurder een boete op grond van de Alcoholwet voor het zonder vergunning bedrijfsmatig verstrekken van alcoholhoudende dranken. Bij dat besluit was de burgemeester van mening dat de locatie een publiek toegankelijk gebouw was, omdat de deur gewoon open was ten tijde van de inval.

De huurder vertelde de toezichthouders dat ze voor een paar tientjes aan het pokeren waren, iets wat ze wel vaker deden als vriendengroep. De drank en etenswaren werden door wisselende personen uit de vriendengroep ingekocht en degene die de inkopen deed nam dan alles voor die avond mee. Als er nog voldoende voorraad was, hoefde er een volgende keer niet ingekocht te worden. Hoewel de kosten door de vriendengroep werden gedeeld, werd niet bijgehouden wie wat dronk, werd er geen entreegeld gevraagd en ook geen andere geldelijke bijdrage in de kosten. Niet alle personen die die bewuste avond aanwezig waren hadden bovendien een bijdrage geleverd en dat was ook geen vereiste voor aanwezigheid of het nuttigen van dranken.

De huurder liet ook weten dat de deur normaal gesproken altijd gesloten is, en dat onbekenden niet welkom zijn. Op het moment van de inval was hij zelf buiten met een auto bezig, waardoor de deur toevallig open stond.

De rechtbank concludeert dat de gemeente er onterecht van uit is gegaan dat de locatie een publiek toegankelijk gebouw was. Het ging hierbij om een locatie die de huurder gebruikte als privé-ruimte met zijn vaste vriendengroep. Het enkele feit dat het pand niet was afgesloten, is onvoldoende om aan te nemen dat het gaat om een publiek toegankelijk gebouw, nu huurder voor die omstandigheid een niet ongeloofwaardige verklaring heeft gegeven.

De burgemeester was – aldus de rechter - niet bevoegd om de locatie te sluiten en een last onder dwangsom op te leggen.

Bron: rechtspraak.nl.

Laatste nieuws