NL EN
DONEER NU!

Eerste Kamer wil aanpassing van de verbruiksbelasting

20 december 2023

De Eerste Kamer heeft gisteren twee moties van PvdD-senator Visseren c.s. aangenomen over de vorig jaar in het 'Belastingplan 2023' opgenomen tariefsverhoging van de verbruiksbelasting op niet-alcoholhoudende dranken per 1 januari a.s.

Verbruiksbelasting - geregeld in de 'Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken' - wordt geheven om het gebruik van zoete, vaak suikerhoudende frisdranken te ontmoedigen. Het is in feite een vlakke suikertaks op niet-alcoholhoudende dranken met slechts één tarief voor alle dranken die onder de wet vallen. Dat zijn: limonade(siroop), frisdranken (ook de suikervrije varianten), vruchtensappen en groentesappen. Daarnaast worden bier tot en met 0,5% alcohol en alcoholvrije wijn belast, net als andere dranken met maximaal 1,2% alcohol. Zuiveldranken die suiker bevatten en mineraalwater zijn uitgezonderd.

Eén van de aangenomen moties vraagt om een nultarief in te voeren voor alcoholvrij bier (plus andere dranken die geen toegevoegde suikers bevatten), de andere motie vraagt om uitstel van de tariefsverhoging met 1 jaar.

De moties die de Eerste Kamer heeft aangenomen over de verbruiksbelasting maken duidelijk dat de senatoren in meerderheid ontevreden zijn over de 'Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken'. Zij willen een getrapte suikertaks, dan wel géén verbruiksbelasting (of een nultarief) op alle of sommige dranken. Bijvoorbeeld op alcoholvrij bier.

Dat zal deels te maken hebben met de lobby van de Nederlandse Brouwers om alcoholvrij bier uit te zonderen van de verbruiksbelasting. Dit omdat alcoholvrij bier "zo'n essentiële rol speelt in het preventiebeleid". Vele gezondheidsexperts zetten daar toch een vraagteken bij. Zij gaan ervan uit dat alcoholvrij bier bij jongeren juist de drempel naar alcohol verlaagt. Ook geven zij aan dat een transitie naar alcoholvrij bier geen onderdeel is van het Nationaal Preventieakkoord.

Aanvaarding van deze moties heeft op korte termijn geen gevolgen. Bewindslieden zijn immers niet verplicht een aangenomen motie van de Eerste Kamer uit te voeren. Meestal kan dat ook niet zonder de Tweede Kamer daarbij te betrekken. Aannemelijk is echter dat het demissionaire kabinet of het volgende kabinet met deze moties op niet al te lange termijn aan de slag zal gaan.

Bronnen: eerstekamer.nl en eerstekamer.nl.

Laatste nieuws