15 oktober 2009
Met het instellen van een uiterste toegangstijd van 24.00 uur zal er minder worden ingedronken en uitgaanders die met minder alcohol op binnenkomen, zullen de rest van de avond minder drinken dan uitgaanders die vooraf hebben gedronken. Het effect van het stellen van een uiterste toegangstijd wordt versterkt door het stellen van een vroegere sluitingstijd. Voorwaarde is dan wel dat de maatregel deel uitmaakt van een breed alcoholmatigingsbeleid en er actief wordt ingezet op het opsporen en bijsturen van ongewenste neveneffecten. In het buitenland zijn hiermee goede resultaten geboekt. Dat concludeert STAP Nederlands instituut voor alcoholbeleid op basis van wetenschappelijke literatuurstudie.
STAP, een onafhankelijk kennisinstituut dat zich inzet voor effectief alcoholbeleid, heeft in opdracht van de stuurgroep Jeugd, Alcohol en Drugs West-Friesland onderzoek gedaan naar de te verwachten effecten van het instellen van een uiterste toegangstijd van 24.00 uur en een sluitingstijd van 02.00 uur. Per 1 januari 2010 gaat deze maatregel in tien West-Friese gemeenten in, als onderdeel van een breed pakket aan maatregelen om het alcoholgebruik onder jongeren en de overlast als gevolg van alcoholgebruik terug te dringen. Het instellen van een toegangstijd van 24.00 uur betekent dat horeca in heel West-Friesland na middernacht geen nieuwe bezoekers meer mag binnenlaten, en dat overal een sluitingstijd van 02.00 uur geldt, tenzij er een ontheffing wordt verleend. In de ontheffing zijn voorschriften opgenomen die moeten bijdragen aan een veilig en gezond uitgaansklimaat.
Uiterste toegangstijd
STAP verwacht op basis van haar onderzoek dat door het instellen van een uiterste toegangstijd van 24.00 uur:
- jongeren eerder uitgaan en daardoor minder tijd hebben om in te drinken
- jongeren doordat ze minder tijd hebben om in te drinken, met minder alcohol op bij de horeca binnenkomen
- uitgaanders die met minder alcohol op de horeca binnenkomen de rest van de avond minder alcohol drinken dan uitgaanders die vooraf alcohol hebben gedronken
- jongeren met minder alcohol op aan het verkeer deelnemen
Combineren met vroegere sluitingstijd
Door deze maatregel te combineren met een vroegere sluitingstijd, wordt de totale tijd die uitgaanders in de horeca doorbrengen verkort. Dat heeft minder alcoholgebruik tot gevolg, maar alleen als er aanvullende maatregelen worden genomen om de beschikbaarheid van alcohol te beperken: geen happy hours en een verbod om door te tappen aan klanten onder invloed.
Met name in Noorwegen en Brazilië zijn goede ervaringen opgedaan met het beperken van de horecatoegangstijden. In beide landen was sprake van zowel het stellen van een uiterste toegangstijd als eerdere sluitingstijd. Bovendien maakten deze maatregelen deel uit van een breder pakket van maatregelen om de beschikbaarheid van alcohol terug te dringen. In Noorwegen nam de overlast van uitgaansgeweld als gevolg van alcohol met 50 procent af.
Effect versterken
De te verwachten positieve effecten kunnen worden versterkt door:
- blazen aan de deur bij de horeca verplicht te stellen
- meer toezicht en handhaving door de gemeenten op het doorschenken aan klanten onder invloed
- dat de horeca al vroeg op de avond een aantrekkelijk programma biedt en daarbij lokaal samenwerkt
- te communiceren over de effecten van de maatregelen om het gebruik van alcohol en overlast te verminderen
- de maatregelen voor de horeca deel uit te laten maken van een breed pakket aan maatregelen om de norm van het op jonge leeftijd te vaak en te veel te drinken te veranderen
Ongewenste effecten actief tegengaan
Er kunnen ook ongewenste effecten ontstaan. Zo kunnen jongeren in de kortere tijd waarin ze indrinken meer gaan drinken, het zogenoemde powerdrinken. Dit effect kan worden tegengegaan door de invoering van blaastesten en door te controleren op doorschenken aan klanten onder invloed. STAP bepleit een actieve opsporing van ongewenste effecten en een snelle invoering van (nieuwe) maatregelen om die tegen te gaan.
Hoorn, 15 oktober 2009
Download hier het factsheet van de studie.
In het project Jeugd en Alcohol werken de volgende partijen samen: de gemeenten Andijk, Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Medemblik, Koggenland, Opmeer, Schagen, Stede Broec en Wervershoof, het ministerie van Binnenlandse Zaken, de provincie Noord-Holland, GGD Hollands Noorden, Brijder Verslavingszorg, GGZ-centrum Westfriesland, Politie Noord- Holland Noord en Openbaar Ministerie. Het project Jeugd en Alcohol wordt voorbereid, uitgevoerd en ondersteund door het Programmabureau Integrale Veiligheid Noord- Holland Noord in samenwerking met de in het project deelnemende partners.
Dit is een gezamenlijk persbericht van de 10 West-Friese gemeenten en hun partners die samenwerken in het project Jeugd en Alcohol – WestFRISland 0% Nieuw Alcohol Peil p/a Bureau Communicatie, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, tel. (0229) – 252366.