9 januari 2014
Preventie-organisaties: Drank- en Horecawet hoeft echt niet duidelijker.
Volgens PGV Nederland (voorheen o.a. GGD Nederland) en het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP interpreteert het CBL de Drank- en Horecawet onjuist en zaait ze daarmee onnodig verwarring. Het CBL adviseert namelijk als koepel van de supermarkten haar leden om geen alcohol te verkopen aan klanten die kinderen onder de 18 bij zich hebben (Telegraaf 8 januari 2014).
Haar argument is dat de wet aangeeft dat geen alcohol verkocht mag worden die kennelijk bestemd is voor jongeren onder de 18. De preventie-organisaties herkennen zich totaal niet in de houding van het CBL. Ook bij gemeenten die sinds 1 januari 2013 toezicht houden op de naleving van de Drank- en Horecawet is geen enkele sprake van onduidelijkheid over de uitvoering van de wet in de praktijk.
Wat zegt de Drank- en Horeceawet over zogenaamde wederverstrekking?
De wet geeft aan dat supermarkten en slijters, maar ook horecabedrijven, alleen alcohol mogen verkopen aan een klant als voor iedereen duidelijk is dat deze klant de drank niet direct doorgegeeft aan jongeren onder de 18 jaar. Als duidelijk is dat de alcohol wordt gekocht met de bedoeling het direct ter plekke aan een jongere door te geven moet de caissière of barmedewerker nee verkopen. Dan is er zogenaamd sprake van wederverstrekking of doorverkoop (Drank- en Horecewet, artikel 20). In alle andere gevallen kan de verkoper de drank, na vaststelling dat de koper 18 jaar of ouder is, gewoon verstrekken. En dat geldt zeker ook voor ouders die drank in de supermarkt kopen voor thuisgebruik ook al hebben ze op het moment van de aankoop één of meer jonge kinderen bij zich.
Wanneer moet de verkoper nee verkopen?
Als de caissière te maken heeft met een groepje jongeren dat drank koopt zal hij of zij op haar hoede moeten zijn. Als degene die oud genoeg is om alcohol te kopen of te bestellen dat zichtbaar doet voor zijn of haar jongere vrienden staat de wet de verkoop niet toe. Je kunt je ook een situatie voorstellen in een supermarkt waarbij de kassamedewerker een jongere weigert drank te verkopen en een ouder iemand verder in de wachtrij zegt: "Dan koop ik ’t toch voor hem". In dat geval is er ook duidelijk sprake van wederverstrekking en blijft het antwoord: “Nee, ik mag u geen alcohol verkopen”.
In het café loopt een oudere jongere soms met dienbladen bier op en neer van de bar naar een tafeltje waar zijn of haar jonge vrienden zitten. Als de barmedewerker dat ziet zal hij ook “nee” moeten verkopen.
In deze gevallen, dus als het overduidelijk is dat de drank direct of vrijwel direct ter plekke zal worden doorgegeven aan een jongere, moet de caissière of de barman de verkoop weigeren. En wat de supermarkt betreft: de caissière hoeft echt niet, zoals het CBL beweert, in te schatten wie de drank uiteindelijk thuis op zal gaan drinken.
Waarom is het artikel over wederverstrekking in de wet opgenomen?
Als je deze bepaling over doorverkoop uit de wet zou halen, krijg je veel vaker de situatie dat een barman of een caissière die een jongere terecht zijn drank heeft geweigerd, vervolgens “verplicht” wordt de drank toch – zij het aan een ander - te verkopen, ook al is overduidelijk dat die drank linea recta naar degene gaat die dat net geweigerd is. Dat zou de geloofwaardigheid van de verkopers ondermijnen. Dit was destijds één van de redenen om deze bepaling in 2000 in de Drank- en Horecawet op te nemen.
Goede opleiding alcoholverstrekkers is van belang.
Om verdere discussie over de interpretatie van de Drank-en Horecawet te voorkomen adviseren PGV Nederland en het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP het CBL om het kassapersoneel goed te informeren over de Drank- en Horecawet en over de juiste wijze van handelen in de praktijk. Dat zal volgens deze organisaties zeker lukken, vooral omdat het verbod op wederverstrekking in de afgelopen jaren, toen 16 jaar de leeftijdsgrens was voor de verkoop van alcohol in de supermarkt, niet of nauwelijks voor verwarring heeft gezorgd.
Voor meer informatie:
-PGV Nederland: Anja Koornstra; tel 030-2525060
-Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP: Wim van Dalen, directeur; tel 030-6565041 / 06-53295544