Op deze themapagina staan enkele belangrijke bronnen met cijfers over het alcoholgebruik en alcoholgerelateerde problemen in Nederland. Het beoogt geen compleet overzicht te geven van het beschikbare cijfermateriaal.
Aan de orde komen:
- Alcoholconsumptie per hoofd van de bevolking
- Verkoopplaatsen en -kanalen alcohol
- Alcoholgebruik schoolgaande jongeren
- Alcoholgebruik alle jongeren
- Gebruik van alcohol door jongeren en de opvattingen van ouders
- Bestedingen aan uitgaan door jongeren
- Bezoeken SEH en ziekenhuisopnames (o.m. voor comadrinken) bij jongeren
- Alcoholgerelateerde ongevallen en incidenten met jongeren
- Jongeren in de verslavingszorg
- Ouderen in de verslavingszorg
- Drinkers, overmatige drinkers, ex-drinkers, nooit-drinkers en personen die meer drinken dan het GR-advies
- Nederlanders 19+ die méér drinken dan het GR-advies, per GGD-regio en per gemeente
- Nederlanders met alcoholstoornissen / problematisch gebruik / riskant gebruik
- Alcoholgebruik zwangere vrouwen
- Alcoholgerelateerde sterfte
- Alcoholaccijnzen
- Rijden onder invloed
- Alcoholverstrekking jongeren
- Sancties wegens overtreding Drank- en Horecawet en verbod op openbare dronkenschap
- Maatschappelijke en private kosten en baten
- Nederland in vergelijking met andere EU-landen
- Recent nieuws
Grafiek: Alcoholconsumptie per hoofd van de bevolking vanaf 0 jaar, 1960-2019 (bier, wijn, gedistilleerd en totaal, allemaal in liters pure alcohol)
Deze grafiek geeft de ontwikkeling van de alcoholconsumptie per gemiddelde Nederlander (inclusief niet-drinkers en kinderen) weer in liters pure alcohol. De onderste 3 lijnen geven de liters pure alcohol aan die in de vorm van bier, van wijn en van gedistilleerde drank beschikbaar kwamen. Deze drie cijfers zijn ook opgeteld: dat is de bovenste lijn. Die geeft dus de totale hoeveelheid pure alcohol die per Nederlander voor consumptie beschikbaar kwam.
-
Hieronder de link naar de tabel met de achterliggende cijfers en de cijfers over het alcoholgebruik per hoofd van de bevolking van 15 jaar en ouder. Dit omdat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en ook andere internationale organisaties meestal de pure alcoholconsumptie per hoofd van de bevolking 15+ weergeven. Zie ook de tabel op het einde van deze themapagina waarin de alcoholconsumptie 15+ van Nederland vergeleken wordt met andere EU-landen.
-
Er zijn in Nederland anno 2020 naar schatting bijna 70.000 plaatsen waar legaal alcohol verkocht of geschonken wordt. Het gaat om ruim 22.000 detailhandelsvestigingen en een kleine 48.000 horecabedrijven (commercieel en paracommercieel). Daarnaast wordt naar schatting jaarlijks op 26.500 evenementen zwak-alcoholhoudende drank geschonken met een zogenaamde artikel 35 ontheffing Drank- en Horecawet.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek schat het aantal verkooppunten van alcohol opvallend lager, namelijk op 43.200.
Tabel: Aantal verkoopplaatsen van alcohol (schatting)
Verkoopplaats | Geschat aantal |
---|---|
Supermarkten, minisupers, avondwinkels | 6.300 |
Slijterijen/borrelshops, wijnwinkels | 3.100 |
Snackbars (meeneem blikjes bier) | 4.800 |
Overige detailhandel (viswinkels, delicatessenzaken, warenhuizen, taxfreeshops, bierkoeriers, webshops) | 8.000 |
Alcoholverstrekkende commerciële horeca* (cafés, eetcafés, restaurants, discotheken, eroclubs, hotels, herbergen, strandpaviljoens) | 30.000 |
Alcoholverstrekkende paracommerciële bedrijven (buurthuizen, sportkantines, kerkelijke kantines) | 17.700 |
Evenementen van zeer tijdelijke aard waarop alcohol geschonken mag worden op grond van een art. 35 ontheffing (zoals ruim 1.500 festivals en naar schatting 25.000 kermissen, braderieën, sportevenementen, buurt- en Koningsdagfeesten). | 26.500 |
*Er zijn ook duizenden commerciële horecabedrijven die géén vergunning hebben om alcohol te verstrekken, zoals veel koffiebarretjes, hamburgerrestaurants, broodjeszaken, shisha lounges, ijssalons, juicebars en hotels met alleen ontbijtservice. Het totale aantal commerciële horecabedrijven ligt ongeveer twee keer zo hoog.
Bronnen o.m. ing.nl.
Maar 25% van alle alcohol die in Nederland wordt geconsumeerd, is gekocht in de horeca. De rest is gekocht in de detailhandel, vooral in de supermarkt.
Grafiek: Verkoopkanalen van alcohol, marktaandeel in %
Bronnen: gegevens over off-trade en on-trade Brewers of Europe, CEEV, Statista; gegevens over detailhandelskanalen Retail Insiders.
Het Trimbos-instituut peilt sinds het midden van de jaren tachtig elke vier jaar in hoeverre leerlingen van klassen 7 en 8 van de basisschool en van het reguliere middelbare onderwijs ervaring hebben met alcohol, tabak, drugs en gokken. Dit gebeurt via het landelijke Peilstationsonderzoek scholieren. De resultaten worden gepubliceerd in het rapport Jeugd en Riskant Gedrag.
Uit het Peilstationsonderzoek 2019 blijkt dat van de leerlingen van groep 7 en 8 van het basisonderwijs:
- 13% ooit alcoholhoudende drank gedronken; jongens 19%, meisjes 7%.
- Een klein percentage leerlingen (2%) in de afgelopen maand nog alcohol heeft gedronken.
Uit het Peilstationsonderzoek 2019 blijkt dat van de scholieren van 12 t/m 16 jaar van het voortgezet onderwijs:
- 47% ooit alcohol heeft gedronken.
- 26% in de maand voorafgaande aan het onderzoek heeft gedronken.
- Voor de groep 16-jarige scholieren deze cijfers hoger liggen: 72% heeft ooit gedronken, 53% heeft de laatste maand gedronken.
- 25% tenminste één keer in het leven dronken of aangeschoten is geweest.
- 14% de afgelopen maand nog dronken is geweest.
- 19% in de afgelopen maand weleens 5 glazen of meer bij één gelegenheid heeft gedronken (het zogenaamde binge drinken).
- Bier verreweg de meest populaire drank is onder jongens. Voor meisjes zijn wijn en bier even populair.
- Jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond minder vaak dan jongeren met een Nederlandse achtergrond ooit in het leven alcohol hebben gedronken (25% tegen 52%).
- Meisjes en jongens opvallend weinig verschillen m.b.t. dronkenschap en binge drinken in de afgelopen maand.
In 2019 is - net als in 2015 en 2017 - aanvullend ook onderzoek verricht naar studenten van 16, 17 en 18 jaar in het vervolgonderwijs (MBO en HBO). Uit dat onderzoek blijkt dat van de studenten van 16 t/m 18 jaar van het MBO en HBO:
- 80,3% ooit alcohol heeft gedronken en 68,2% dat in de afgelopen maand nog heeft gedaan.
- 18,5% meer dan 10 glazen op één weekenddag heeft gedronken.
- studenten van 16 jaar in het vervolgonderwijs vaker ooit hebben gedronken en vaker de laatste maand hebben gedronken dan hun leeftijdgenoten in het voortgezet onderwijs. Bij ooit-gebruik is dat 5,7 procentpunten meer, bij laatste-maand-gebruik 10,4 procentpunt. Blijkbaar hangt alcoholgebruik ook samen met het soort onderwijs.
De gemiddelde leeftijd waarop scholieren gaan drinken was in 2019 13,3 jaar, waarop ze voor het eerst dronken worden 14,3 jaar en waarop ze beginnen met wekelijks drinken 14,4 jaar.
Een deel van de gegevens uit het Peilstationsonderzoek scholieren wordt sinds 1999 gebruikt voor ESPAD, een internationale studie naar middelengebruik bij scholieren in het regulier onderwijs in de leeftijd van 15 en 16 jaar.
- Uit de gegevens van de ESPAD-studie 2019 blijkt dat Nederlandse jongeren wat ouder zijn als ze beginnen met drinken dan hun Europese leeftijdsgenoten. Van de Nederlandse 15-16 jarige scholieren heeft 23% voor hun 14e jaar al eens gedronken, terwijl het ESPAD gemiddelde 33% is.
- Nederlandse leerlingen staan echter redelijk hoog, namelijk op de dertiende plaats, als het gaat om hoe vaak ze de afgelopen maand alcohol hebben gedronken. Dat is gemiddeld 6,5 keer. Duitsland spant de kroon, Zweedse leerlingen drinken het minst vaak.
- Als Nederlandse leerlingen gevraagd wordt hoevéél ze dan drinken, klimmen ze naar plek drie op de 'ranglijst'. De 6,6 cl pure alcohol die Nederlandse jongeren tijdens hun laatste avond consumeerden (ruim 5 Nederlandse standaardglazen) wordt alleen door Deense en Noorse jongeren overtroffen. Deense leerlingen drinken bovendien vaak per maand, Noorse leerlingen juist beduidend minder.
Het alcoholgebruik onder de schoolgaande jeugd (leerlingen in de hoogste klas van het basisonderwijs en leerlingen in het voortgezet onderwijs) is in 2005, 2009, 2013 en 2017 ook gemeten in de Health Behaviour in School-aged Children (HBSC) studie. Deze studie maakt deel uit van het internationale HBSC-onderzoek waaraan inmiddels ruim 40 landen meedoen. In al die landen wordt in elk geval onderzoek gedaan onder 11-, 13- en 15-jarige scholieren. Door de internationale inbedding is het mogelijk om de gegevens van een deel van de Nederlandse leerlingen systematisch te vergelijken met die van kinderen in het buitenland.
Uit de Nederlandse HBSC 2017 studie onder leerlingen van groep 8 van de basisschool (gemiddeld 11,5 jaar) blijkt dat:
- 8% van de leerlingen in groep 8 ooit alcohol heeft gedronken.
- Dat het bij de jongens van groep 8 gaat om 12,6% en bij de meisjes om 4,2%.
- Maandelijks gebruik van alcohol bij 1,7% van deze groep voorkomt.
- Slechts 0,8% ooit dronken is geweest.
Verder blijkt uit het HBSC 2017 onderzoek onder 12 t/m 16 jarigen in het voortgezet onderwijs dat:
- Bijna 45% van de leerlingen ooit alcohol heeft gedronken, 25% in de laatste maand. 16% is ooit dronken geweest.
- Jongens vaker ooit alcohol hebben gebruikt in hun leven dan meisjes.
- Van de 15-jarige leerlingen in het voortgezet onderwijs 40% de laatste maand heeft gedronken, van de 16-jarigen is dat 50%.
- Onder leerlingen die alcohol gebruiken, flink wordt gedronken. Bijna een derde is recent dronken geweest en ruim 70% dronk in de afgelopen maand meer dan vijf glazen alcohol bij één gelegenheid (bingedrinken).
- Van de drinkers 10% meer drinkt dan tien glazen alcohol op een weekenddag.
- Jongens grotere hoeveelheden drinken dan meisjes.
- Voor drinkende jongeren geldt: hoe lager het schoolniveau, des meer er wordt gedronken.
- Jongeren met een migratieachtergrond minder vaak hebben gedronken, maar als zij drinken er geen verschil is in hoeveelheid vergeleken met hun leeftijdgenoten zonder migratieachtergrond.
- Jongeren uit welvarende gezinnen vaker ooit of de laatste maand alcohol hebben gedronken dan hun leeftijdgenoten uit minder welvarende gezinnen.
- Jongeren uit onvolledige gezinnen vaker alcohol drinken, zowel ooit als in de laatste maand, dan jongeren uit volledige gezinnen. Ook meer dan 10 glazen alcohol op een weekenddag drinken komt in deze groep vaker voor.
Eens in de 4 jaar verschijnt, in samenwerking met de World Health Organization (WHO), het internationale HBSC-rapport, een rapport waarin de gezondheid en het welzijn van kinderen uit Europa wordt opgetekend.
De gegevens voor het meest recent internationale HBSC-onderzoek zijn verzameld in de jaren 2017/2018. Meer dan 200.000 scholieren van 11, 13 en 15 jaar uit 45 landen namen eraan deel. Uit het onderzoek blijkt dat de laatste decennia het alcoholgebruik zowel internationaal gezien als onder Nederlandse jongeren enorm is gedaald.
De cijfers laten zien dat Nederlandse 11- en 13- jarigen in 2017 (aanzienlijk) minder vaak alcohol dronken dan gemiddeld. Nederlandse 15-jarigen daarentegen dronken (ietsje) vaker dan de gemiddelde leeftijdgenoot in andere Europese landen.
• Het percentage Nederlandse 11- en 13-jarigen dat ooit alcohol had gedronken lag in 2017 onder het internationale gemiddelde (9 vs. 14% voor de 11-jarigen en 26 vs. 32% voor de 13-jarigen).
• Het percentage jongeren van 11 en 13 jaar dat in de laatste 30 dagen alcohol had gedronken, was ook lager dan Europees gemiddeld (2 vs. 5% voor de 11-jarigen, 9 vs. 14% voor de 13-jarigen.
• Het percentage Nederlandse 15-jarigen dat in 2017 ooit had gedronken lag daarentegen ietsje boven het internationale gemiddelde (62 vs. 59%).
• Ook het percentage jongeren van 15 jaar dat de laatste 30 dagen had gedronken was een beetje hoger dan gemiddeld (40 vs. 37%).
Zoals we hiervoor zagen worden er elke vier jaar Peilstationsonderzoeken gehouden. Dat biedt de mogelijkheid trends te zien. Daarbij moet wel met de volgende drie zaken rekening gehouden worden:
1. De onderzochte groep basisschoolleerlingen is uit de groepen 7 en 8. Dat wil zeggen dat zij 10 t/m 12 jaar oud zijn. Aan deze leerlingen zijn vragen gesteld over 'ooit-alcohol-gedronken' en 'laatste-maand-gedronken'. Omdat er niet eenduidig aan basisschoolleerlingen vragen zijn gesteld over 'bingedrinken', kan daarvan geen trend worden gegeven.
2. Voor wat betreft de schoolgaande jeugd van 12 t/m 16 jaar in het voortgezet onderwijs kan wel over een lange periode trends gegeven worden, zowel wat betreft 'ooit-alcohol-gedronken', 'laatste-maand-gedronken' en 'laatste-maand-binge-drinken'.
3. Het is niet mogelijk een langetermijn trend te geven van het gebruik van alcohol bij 16 t/m 18-jarigen in het vervolgonderwijs (MBO en HBO). Er zijn immers alleen gegevens beschikbaar vanaf 2015. Er is dus alleen mogelijk te kijken naar de ontwikkeling de laatste paar jaar.
Enkele opvallende cijfers:
- Tussen 2003 en 2019 is het alcoholgebruik onder leerlingen van de basisschool sterk afgenomen. In 2003 had de helft van de leerlingen van groepen 7 en 8 al wel eens gedronken, in 2019 heeft nog maar 13,3% van de leerlingen dat ooit gedaan.
- In 2003 dronk 18,9% van de leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool de maand voorafgaande aan het onderzoek, in 2019 was dat nog slechts 1,9%.
- Het percentage leerlingen van 12 t/m 19 jaar van het voortgezet onderwijs dat ooit alcohol heeft gedronken is vergeleken met 2003 spectaculair gedaald van 84,2% naar 46,6%. Het laagste percentage leerlingen van 12 t/m 16 jaar van het voortgezet onderwijs dat 'ooit-alcohol had gedronken' was in 2015 (toen 45,4%).
- Het alcoholgebruik de laatste maand is bij deze groep leerlingen tussen 2003 en 2019 gedaald van 57,1% naar 26,2%.
- Bingedrinken onder drinkende leerlingen van 12 t/m 16 jaar is in 2019 hoger dan in 2003. In 2003 had 64,1% in de laatste maand wel eens meer dan vijf glazen bij één gelegenheid gedronken. In 2019 is dat 70,6%.
- In de periode 2015-2019 is het alcoholgebruik van 16 t/m 18 jarige studenten van het MBO en HBO (ooit-drinken en laatste-maand-drinken) eerst licht gestegen en daarna weer gedaald.
- Het percentage 16- t/m 18-jarige drinkende studenten dat meer dan 10 glazen op een weekenddag drinkt is – net als in 2015 - 18,5%. Onder 16-jarige drinkende studenten is het gebruik van meer dan 10 glazen alcohol op een weekenddag gedaald van 22% in 2017 naar 14,7% in 2019 (dat is significant).
Kortom:
Het alcoholgebruik (ooit en laatste maand) onder leerlingen van het basis- en voortgezet onderwijs is sinds 2003 eerst flink gedaald en sinds enkele jaren min of meer stabiel. Het percentage drinkende leerlingen van het voortgezet onderwijs dat regelmatig binge drinkt is in 2019 hoger dan in 2003. Er kan geen lange termijn trend worden gegeven m.b.t. het alcoholgebruik bij studenten in het vervolgonderwijs.
Tabel: Trendgegevens 2003-2019 voor 'ooit-alcohol-gedronken' door leerlingen van het basisonderwijs (in %)
2003 | 2007 | 2011 | 2015 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|
Groep 7 en 8 basisonderwijs, dus 10 t/m 12 jaar | 50,1 | 35,5 | 19,3 | 13,2 | 13,3 |
Bronnen: Peilstationsonderzoek scholieren
Tabel: Trendgegevens 2003-2019 voor 'ooit-alcohol-gedronken' door leerlingen van 12 t/m 16 jaar van het voortgezet onderwijs naar leeftijd en totaal (in %)
2003 | 2007 | 2011 | 2015 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|
12 jaar | 71,1 | 55,8 | 35,4 | 18,2 | 21,2 |
13 jaar | 79,6 | 66,1 | 53,4 | 30,6 | 31,5 |
14 jaar | 87,7 | 80,8 | 69,2 | 43,1 | 51,1 |
15 jaar | 90,1 | 89,4 | 82,9 | 64,9 | 62,4 |
16 jaar | 92,1 | 93,1 | 89,4 | 76,2 | 71,6 |
Totaal | 84,2 | 77,5 | 66,2 | 45,4 | 46,6 |
Bronnen: Peilstationsonderzoek scholieren en HBSC.
Grafiek: Trendgegevens 2003-2019 voor 'ooit-alcohol-gedronken' door leerlingen van 12 t/m 16 jaar van het voortgezet onderwijs naar leeftijd en totaal (in %)
Bron: Peilstationsonderzoek scholieren
-
Tabel: 'Ooit-alcohol-gedronken' 2015-2019 door studenten van 16 t/m 18 jaar van het vervolgonderwijs naar leeftijd en totaal (in %)
2015 | 2017 | 2019 | |
---|---|---|---|
16 jaar | 75,1 | 79,2 | 77,3 |
17 jaar | 79,3 | 81,6 | MBO 77,8 HBO 83,9 |
18 jaar | 85,7 | 89,4 | 83 |
Totaal | 82,0 | 85,0 | 80,3 |
Bronnen: Middelengebruik onder studenten van 16-18 jaar op het MBO en HBO 2015, 2017 en 2019.
Tabel: Trendgegevens 2003-2019 voor 'laatste-maand-gedronken' door leerlingen van het basisonderwijs (in %)
2003 | 2007 | 2011 | 2015 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|
Groep 7 en 8 basisonderwijs, dus 10 t/m 12 jaar | 18,9 | 8,8 | 5,0 | 1,8 | 1,9 |
Bron: Peilstationsonderzoek scholieren
Tabel: Trendgegevens 2003-2019 voor 'laatste-maand-gedronken' door leerlingen van 12 t/m 16 jaar van het voortgezet onderwijs, naar leeftijd en totaal (in %)
2003 | 2007 | 2011 | 2015 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|
12 jaar | 30,9 | 16,1 | 7,6 | 4,3 | 5,5 |
13 jaar | 43,0 | 27,1 | 17,9 | 9,2 | 9,6 |
14 jaar | 62,5 | 46,1 | 32,3 | 20,6 | 26,6 |
15 jaar | 70,8 | 67,9 | 58,7 | 41,8 | 42,3 |
16 jaar | 78,8 | 77,7 | 76,6 | 59,3 | 53,3 |
Totaal | 57,1 | 47,2 | 37,8 | 25,5 | 26,2 |
Bron: Peilstationsonderzoek scholieren
Grafiek: Trendgegevens 2003-2019 voor 'laatste-maand-gedronken' door leerlingen van 12 t/m 16 jaar van het voortgezet onderwijs naar leeftijd en totaal (in %)
Bron: Peilstationsonderzoek scholieren
Tabel: 'Laatste-maand-gedronken' 2015-2019 door studenten van 16 t/m 18 jaar van het vervolgonderwijs naar leeftijd en totaal (in %)
2015 | 2017 | 2019 | |
---|---|---|---|
16 jaar | 60,0 | 62,8 | 63,7 |
17 jaar | 65,9 | 69,2 | MBO 62,9 HBO 70,3 |
18 jaar | 74,0 | 80,1 | 74 |
Totaal | 68,5 | 73,3 | 68,2 |
Bronnen: Middelengebruik onder studenten van 16 t/m 18 jaar op het MBO en HBO 2015, 2017 en 2019.
Tabel: Trendgegevens 2003-2019 voor 'laatste-maand-gebinged' door drinkende leerlingen van 12 t/m 16 jaar van het voortgezet onderwijs, naar leeftijd en totaal (in %)
2003 | 2007 | 2011 | 2015 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|
12 jaar | 54,2 | 47,4 | 40,6 | 51,7 | 40,4 |
13 jaar | 55,2 | 50,7 | 49,7 | 56,9 | 47,6 |
14 jaar | 69,0 | 60,2 | 57,2 | 61,2 | 68,0 |
15 jaar | 69,5 | 69,8 | 67,6 | 73,0 | 73,6 |
16 jaar | 73,1 | 76,4 | 74,4 | 74,5 | 78,8 |
Totaal | 64,1 | 65,8 | 65,0 | 69,5 | 70,6 |
*Bingedrinken = afgelopen maand één keer of vaker 5 glazen of meer gedronken hebben op één gelegenheid
NB Deze vraag is alleen gesteld aan de leerlingen die aangaven de laatste maand gedronken te hebben.
Grafiek: Trendgegevens 2003-2019 voor 'laatste-maand-gebinged' door drinkende leerlingen van 12 t/m 16 jaar van het voortgezet onderwijs, naar leeftijd en totaal (in %)
Bron: Peilstationsonderzoek scholieren
-
Growing up unequal full report (48,9 MB)
Ranglijsten EU-lidstaten naar wekelijks alcoholgebruik 15-jarigen (107 kB)
Ontwikkeling in alcohol- en druggebruik onder 15- en 16-jarige scholieren 2011-2015 (104 kB)
Peilstationsonderzoek scholieren - basisonderwijs 2015 (609 kB)
Veranderingen in middelengebruik onder nederlandse scholieren (4,12 MB)
Gezondheid en welzijn van jongeren in Nederland (HBSC) (2,74 MB)
Middelengebruik onder studenten van 16-18 jaar op het MBO en HBO (9,7 MB)
Middelengebruik onder studenten van 16 t/m 18 jaar op het MBO en HBO 2019 (3,32 MB)
Jeugd en riskant gedrag 2019 (10,8 MB)
-
Uit cijfers van het CBS naar de leefstijl van Nederlanders van 12 jaar en ouder zijn gegevens te halen over het alcoholgebruik van jongeren van 12 t/m 17 jaar. Het gaat hierbij om alle jongeren, dus niet alleen om schoolgaande jongeren. Hieruit blijkt dat in 2019:
- 45% van de jongeren in de leeftijd 12 t/m 17 jaar ooit alcohol heeft gedronken;
- 34,6% van deze jongeren op het moment van onderzoek dronk;
- 10,3% ooit alcohol heeft gedronken, maar niet de laatste 12 maanden.
Van deze drinkende jongeren van 12 t/m 17 jaar was in 2019 - volgens het CBS - 10,0% een zware drinker. Daarvan is bij meisjes sprake als ze minstens één keer per week ten minste 4 glazen drinken; bij jongens gaat het om minstens één keer per week 6 glazen. De CBS-term 'zwaar drinken' is dus vergelijkbaar met de term 'binge drinken' die het Trimbos hanteert. Het CBS legt de grens echter niet bij 5 glazen, maar bij 4 glazen voor meisjes en 6 glazen voor jongens.
Tabel: Alcoholgebruik jongeren 12 t/m 17 jaar, 2019, in %
Leeftijd | Ooit gedronken | Huidige drinkers | Zware drinkers onder de drinkers | Ex-drinkers |
---|---|---|---|---|
Hele bevolking vanaf 12 jaar | 86,7% | 75,4% | 10,8% | 11,3% |
Leeftijd 12 t/m 17 jaar | 45% | 34,6% | 10,0% | 10,3% |
Bron: cbs.nl.
Uit een in 2018 gehouden onderzoek onder bijna duizend leden van 16 t/m 25 jaar van het Jongerenpanel van EénVandaag bleek 78% regelmatig te drinken.
Van die 78% jongeren en jongvolwassenen van 16 tot en met 25 jaar die aangaven regelmatig te drinken:
- dronk 21% 10 glazen alcohol of meer per week;
- was 25% minstens eens per maand dronken;
- dronk 35% van de jongens minstens eens per maand 6 glazen alcohol binnen 2 uur;
- dronk 29% van de meisjes minstens eens per maand 4 glazen alcohol binnen 2 uur.
Kester - Onderzoek alcohol en jongeren - 2de versie (3,75 MB)
-
Sinds 2014 is de leeftijdsgrens voor alcohol en tabak in Nederland 18 jaar. Vanaf dat moment mogen verkopers alleen alcohol en tabak verkopen aan jongeren boven de 18 jaar en mogen jongeren onder de 18 jaar geen alcohol bezitten op voor het publiek toegankelijke plaatsen. Er zijn veel onderzoeken gedaan naar de opvattingen van ouders over die grens van 18 jaar. Omdat in al deze onderzoeken de vraagstelling net iets anders is zijn de uitkomsten moeilijk vergelijkbaar. Zo wordt soms gevraagd naar de leeftijdsgrens voor alcohol én tabak, andere keren alleen naar de alcoholleeftijdsgrens. Het maakt ook uit aan wie de vragen gesteld worden: aan ouders van jongeren die opgenomen zijn geweest in een alcoholpoli, aan alle ouders met kinderen vanaf 12 jaar of alleen aan ouders met kinderen in de leeftijd 16 en 17 jaar. Het lijkt erop dat met name deze laatsten minder streng zijn.
Enkele recente studies:
Reinier de Graaf / UT
De ouders van jongeren die vanwege overmatig alcoholgebruik in een ziekenhuis werden opgenomen zijn strenger geworden. Gaf in 2011 25% van de ouders geen toestemming om te drinken, in 2017 deed 51% van de ouders dit.
EénVandaag
Een vrij recent cijfer over opvattingen van ouders (augustus 2018) komt uit onderzoek van EenVandaag onder bijna 2.500 ouders van 16- en 17-jarige kinderen van het Opiniepanel. Daaruit blijkt dat 56% van deze ouders van 16- en 17-jarigen het hun kind nog steeds toestaat voor z'n 18de alcohol te drinken, 17% staat het zelfs toe in openbare ruimtes (wat verboden is).
Panelwizard
78,2% van de ouders met thuiswonende kinderen tussen de 12 en 17 jaar vindt het ‘normaal’ dat je pas mag roken en drinken vanaf 18 jaar. Dat bleek eind 2018 uit onderzoek van PanelWizard in opdracht van het ministerie van VWS.
Uit dat onderzoek, dat tot nu toe nog niet openbaar gemaakt is, bleek dat in de eerste jaren ná de nieuwe leeftijdsgrens (1 januari 2014) het voor ouders nog wel eens onwennig was om het gesprek over roken en drinken te openen. Dat is anno 2018 duidelijk niet meer het geval: 98,3% van de ouders heeft er geen probleem mee. Voor veel gezinnen blijkt aan tafel tijdens het eten het populairste moment om over drinken te praten (38%).
Peilstationsonderzoek 2019
In december 2020 kwam het Trimbos-instituut met de resultaten van een landelijk onderzoek naar de opvattingen van ouders van leerlingen in het vmbo, havo en vwo. Het onderzoek is onderdeel van het Peilstationsonderzoek scholieren. De resultaten van het onderzoek zijn v.w.b. alcohol als volgt:
• Bijna alle ouders (95%) vinden dat zij makkelijk met hun kind kunnen praten over hun opvattingen over alcohol drinken. Dit is hoger vergeleken met 2007 (86%).
• Vergeleken met 2007 zijn ouders in 2019 strenger wat betreft het alcoholgebruik van hun kind. Vanaf 2015 is deze stijging echter gestagneerd.
• Het percentage ouders dat denkt dat hun maatregelen om te voorkomen dat hun kind (te veel) gaat drinken zin hebben, steeg tussen 2007 (55%) en 2015 (73%) maar daalde in 2019 naar 66%.
• In 2019 hebben meer ouders (38%) een ‘niet drinken tot 18 jaar’-afspraak met hun kind dan in 2015 (29%).
• Drie op de vier ouders (77%) denken dat het schadelijk is voor jongeren onder de 18 jaar om ieder weekend één of twee drankjes te drinken. Dit is hoger dan in 2007 (51%).
• Ouders die geen alcohol drinken zijn positiever over de invloed die zij hebben op het alcoholgebruik van hun kind dan ouders die zelf (dagelijks) drinken. Ook hebben de niet-drinkende ouders doorgaans strengere regels en hebben zij vaker een ‘niet drinken tot 18 jaar’-afspraak met hun kind vergeleken met ouders die zelf (dagelijks) drinken.
Tabel: Regels van ouders van leerlingen van 12 t/m 16 jaar uit het voortgezet onderwijs over alcoholgebruik, 2019, in %
VMBO-b | VMBO-t | HAVO | VWO | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|
Mag zeker niet 1 glas alcohol drinken | 69 | 71 | 71 | 77 | 72 |
Mag zeker niet meerdere glazen alcohol drinken | 85 | 87 | 87 | 90 | 87 |
Mag zeker niet op een feestje drinken | 77 | 77 | 75 | 78 | 77 |
Mag zeker niet in het weekend alcohol drinken | 79 | 80 | 79 | 84 | 81 |
Peilstationsonderzoek Ouders 2019.
Factsheet alcoholintoxicaties 2007 tot en met 2017 (398 kB)
Kester - Onderzoek Alcohol en Jongeren (EénVandaag) (3,75 MB)
Factsheet Peilstationsonderzoek Ouders 2019 (1,80 MB)
-
In 2020 besteedt – in vergelijking met 2016 - een lager percentage scholieren gemiddeld meer aan uitgaan. Dat blijkt uit cijfers van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Bijna de helft van de scholieren, 47%, geeft gemiddeld € 24 per maand uit aan uitgaan, café, discotheek, festival en concert. Dat was in 2016 nog 68% van de scholieren, die toen gemiddeld slechts € 16 besteedde.
44% van de jongens geeft geld uit aan uitgaan, gemiddeld € 26. Bij meisjes is dat 50%, die gemiddeld wat minder uitgeven dan de jongens, namelijk € 22. In 2016 gaven de jongens gemiddeld nog zo’n € 18 per maand aan uit, de meisjes gemiddeld € 14, dus ook minder dan de jongens.
Het percentage jongeren dat aan uitgaan geld uitgeeft stijgt met de leeftijd. Dat was zo in 2016 en is nog steeds zo in 2020. Wel is bij alle leeftijdsgroepen het percentage jongeren dat aan uitgaan geld uitgeeft gedaald.
Tabel: Jongeren die geld uitgeven aan uitgaan, 2016 en 2020 (in %)
2016 | 2020 | |
---|---|---|
12 jaar | 46 | 20 |
13-14 jaar | 60 | 34 |
15-16 jaar | 79 | 61 |
17-18 jaar | 90 | 82 |
Totaal | 68 | 47 |
-
Scholierenonderzoek 2016 (0,99 MB)
Scholierenonderzoek 2020 (709 kB)
-
Twee organisaties zijn meer dan 10 jaar geleden begonnen met het bijhouden van zorgdata over het aantal jonge patiënten met een alcoholintoxicatie ("comadrinken"). Hieronder nadere informatie over deze twee bronnen.
De belangrijkste bron met data over het aantal patiënten met alcoholintoxicatie dat behandeld wordt op de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) van een ziekenhuis is VeiligheidNL. Het gaat om schattingen gebaseerd op een registratiesysteem waaraan een selectie van ziekenhuizen in Nederland deelneemt. Deze ziekenhuizen vormen een representatieve steekproef van ziekenhuizen in Nederland met een continu bezette SEH-afdeling. Dit maakt een schatting van cijfers op nationaal niveau mogelijk.
In 2019 ging het om een geschat aantal van 6.500 alcoholintoxicaties op alle SEH-afdelingen. 45% van deze comadrinkers (2.900) was jonger dan 25 jaar, ruim 20% (1.400 jongeren) zelfs onder de 18 jaar. Bij de groep 12-17 jaar gaat het om 115 alcoholintoxicaties per 100.000 inwoners.
Het aantal SEH-bezoeken als gevolg van alcoholvergiftiging is in 10 jaar tijd toegenomen met 31%. De stijging werd vooral veroorzaakt door de leeftijdsgroep 25-54 jaar. Bij de leeftijdsgroep 12-17 jaar is er de laatste 10 jaar geen significante stijging te zien.
De tweede bron zijn de data van kinderarts Nico van der Lely en zijn collega's, verzameld door het Nederlands Signaleringscentrum Kindergeneeskunde in de periode 2007-2017.
Alle kinderartsen samen behandelden in 2017 860 jongeren onder de 18 jaar die in het ziekenhuis waren opgenomen na overmatig alcoholgebruik. Bij 671 van de 860 opgenomen jongeren was er sprake van coma door alcoholvergiftiging (intoxicatie). Het ging om 55% jongens en 45% meisjes. Hun gemiddelde leeftijd bedroeg 15,5 jaar. Het hoogste gemeten alcoholpromillage was 3,8. Gemiddeld waren de jongeren 3,3 uur buiten bewustzijn.
In 2007 waren er 226 ziekenhuisopnamen van jongeren onder de 18 jaar i.v.m. een alcoholintoxicatie. In 2017 waren dat er - zoals we zagen - 671. De piek was in 2015. Toen waren er 713 ziekenhuisopname i.v.m. comadrinken door minderjarigen.
In 2018 is de dataverzameling door het Nederlands Signaleringscentrum Kindergeneeskunde gestopt en leveren nog maar 12 ziekenhuizen gegevens aan Nico van der Lely. Deze cijfers zijn niet vergelijkbaar met die van 2017 (en eerder) en worden hier dan ook niet vermeld.
Het aantal jongeren met alcoholintoxicatie dat kinderartsen tussen 2007 en 2017 in ziekenhuizen registreerden is beduidend lager dan het aantal jongeren met alcoholintoxicatie op de SEH-afdelingen in die jaren. Dat is omdat niet alle jongeren met een alcoholintoxicatie die op de SEH-afdelingen gezien werden daarna in het ziekenhuis zijn opgenomen en door een kinderarts behandeld hoefden te worden.
Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol 2016 (422 kB)
Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol 2017 (478 kB)
Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol 2018 (517 kB)
Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol 2019 (486 kB)
Factsheet alcoholintoxicaties 2007 tot en met 2016 (433 kB)
Factsheet alcoholintoxicaties 2007 tot en met 2017 (398 kB)
-
Grafiek: Jaarlijks aantal SEH-bezoeken n.a.v. alcoholvergiftiging, 2010-2019
Bron: Veiligheid NL
-
Tabel: Ziekenhuisopnames en alcoholvergiftigingen bij jongeren van 12 tot en met 17 jaar, 2007-2017
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal opnames wegens alcohol | 297 | 337 | 500 | 684 | 762 | 706 | 713 | 783 | 931 | 791 | 860 |
Waarvan i.v.m. alcoholvergiftiging | 226 | 274 | 379 | 471 | 547 | 451 | 434 | 545 | 713 | 574 | 671 |
12 jaar | 3% | 2% | 1% | 1% | 1% | 0% | 1% | 1% | 0% | 0% | 1% |
13 jaar | 11% | 8% | 8% | 4% | 6% | 5% | 4% | 5% | 5% | 3% | 3% |
14 jaar | 25% | 23% | 21% | 18% | 19% | 15% | 12% | 17% | 17% | 14% | 18% |
15 jaar | 29% | 32% | 26% | 28% | 22% | 28% | 27% | 27% | 26% | 30% | 25% |
16 jaar | 24% | 24% | 28% | 32% | 35% | 31% | 35% | 29% | 31% | 30% | 31% |
17 jaar | 7% | 11% | 16% | 16% | 17% | 20% | 21% | 21% | 20% | 22% | 22% |
Gemiddelde leeftijd | 14,9 | 15,0 | 15,2 | 15,4 | 15,4 | 15,5 | 15,6 | 15,4 | 15,4 | 15,5 | 15,5 |
Bron: Reinier de Graaf, Nationaal Signaleringscentrum Kinderartsen (NSCK), Universiteit Twente
-
Alcohol speelde in 2010 een rol in 8,7% van door de politie geregistreerde incidenten met jongeren, zo bleek uit een studie van het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP naar de alcoholincidenten in 5 gemeenten in de FoodValley regio. Het betrof onderzoek waarbij incidentgegevens van de politie Gelderland-Midden nader zijn geanalyseerd. In de helft van de incidenten ging het om agressief gedrag. Ruzie en inbraak scoorden ook hoog. De meeste incidenten vonden plaats op zaterdag en tussen 12 uur ’s nachts en 3 uur ’s nachts.
In een in 2018 gehouden enquête onder leden van het Opiniepanel van EenVandaag gaf 72% van 1.000 ondervraagde jongeren en jongvolwassenen van 16 tot en met 25 jaar aan regelmatig alcohol te drinken. Van deze groep:
- had 43% blackouts (geheugengaten) gehad;
- was 27% gewond geraakt en
- was 4% bewusteloos geweest.
VeiligheidNL schat dat in 2019 600 jongeren onder de 18 jaar op de Spoedeisende Hulp (SEH) van ziekenhuizen zijn behandeld in verband met alcoholgerelateerde ongevallen en geweld. Verder zijn er 3.800 18-24-jarigen daarvoor behandeld, 8.300 25-54 jarigen en 6.100 55-plussers.
Politie Registratie Onderzoek (372 kB)
Onderzoek Alcohol en Jongeren - 2de versie (3,75 MB)
Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol - 2015 (417 kB)
Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol - 2016 (422 kB)
Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol - 2017 (478 kB)
Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol - 2018 (517 kB)
Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol 2019 (486 kB)
-
Relatief weinig jongeren/jongvolwassenen komen met een alcoholhulpvraag bij de verslavingszorg. Wel is - gecorrigeerd voor de bevolkingsopbouw - in de periode van 2005 tot en met 2015 het aantal hulpvragers onder de 25 jaar met 65% toegenomen van 20/100.000 naar 33/100.000 leeftijdsgenoten.
Opvallend is dat de hulpvraag van jongeren/jongvolwassenen vanaf 2005 tot en met 2014 is gestegen, maar dat die in 2015 voor het eerst is gedaald. In vergelijking met 2014 waren er in 2015 20% minder jongeren/jongvolwassenen onder de 25 jaar met een alcoholhulpvraag.
Tabel: Aantal alcoholhulpvragers bij de verslavingszorg onder de 25 jaar, 2005-2015
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Absoluut aantal hulpvragers <25 | 977 | 961 | 1326 | 1465 | 1550 | 1615 | 1674 | 1676 | 1753 | 1794 | 1469 |
Aantal mannelijke hulpvragers <25 per 100.000 leeftijdsgenoten | 30 | 30 | 40 | 44 | 46 | 47 | 48 | 47 | 50 | 51 | |
Aantal vrouwelijke hulpvragers <25 per 100.000 leeftijdsgenoten | 9 | 8 | 13 | 15 | 16 | 18 | 19 | 20 | 20 | 21 | |
Totaal aantal hulpvragers <25 per 100.000 leeftijdsgenoten | 20 | 19 | 27 | 30 | 31 | 33 | 34 | 34 | 36 | 37 | 33 |
-
Alcoholhulpvraag in Nederland 2005-2014 (3,04 MB)
Kerncijfers Verslavingszorg 2015 (3,04 MB)
-
In 2005 is 20% van de cliënten in de verslavingszorg met primaire alcoholproblematiek een 55+-er. Het betrof 5.756 personen. In 2015 is dat 28% (ca. 8.225 personen). Dit geeft aan dat het aandeel ouderen binnen de verslavingszorg groter is geworden.
Gecorrigeerd voor de bevolkingsopbouw is in de periode van 2005 tot en met 2015 het aantal hulpvragers onder 55+-ers gestegen van 136/100.000 naar 158/100.000 leeftijdsgenoten.
Tabel: Aantal alcoholhulpvragers bij de verslavingszorg 55+, 2005-2015
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Absoluut aantal hulpvragers 55+ | 5756 | 5593 | 6736 | 7559 | 7993 | 8411 | 8538 | 8121 | 8259 | 8375 | 8225 |
Aantal mannelijke hulpvragers 55+ per 100.000 leeftijdsgenoten | 203 | 193 | 226 | 250 | 259 | 264 | 262 | 246 | 245 | 241 | |
Aantal vrouwelijke hulpvragers 55+ per 100.000 leeftijdsgenoten | 80 | 76 | 90 | 97 | 100 | 105 | 104 | 95 | 95 | 96 | |
Totaal aantal hulpvragers 55+ per 100.000 leeftijdsgenoten | 136 | 130 | 153 | 168 | 174 | 179 | 178 | 166 | 165 | 164 | 158 |
-
Factsheet Alcohol en ouderen 2014 (458 kB)
Alcoholhulpvraag in Nederland 2005-2014 (896 kB)
Kerncijfers verslavingszorg 2015 (3,04 MB)
-
Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat in 2019 75,4% van de Nederlanders van 12 jaar en ouder alcohol gebruikte, waarvan 10,5% overmatig. Dat betekent dus dat 7,9% van de Nederlanders van 12 jaar en ouder kan worden aangeduid als overmatige drinker. Een overmatige drinker is iemand die zelf zegt gemiddeld minstens 14 (bij vrouwen) of 21 (bij mannen) glazen alcoholhoudende drank per week te drinken. 11,3% van de bevolking 12+ is een ex-drinker, 13,3% een nooit-drinker. Een minderheid van de bevolking, 43,4%, houdt zich aan het advies van de Gezondheidsraad. Dat betekent dat 56,6% meer drinkt dan de alcoholrichtlijn van de Gezondheidsraad adviseert.
Tabel: Drinkers, overmatige drinkers, ex-drinkers, nooit-drinkers en personen die meer drinken dan het GR-advies, in 2019
Percentage drinkers | Percentage overmatige drinkers onder drinkers | Percentage ex-drinkers | Percentage nooit-drinkers | Percentage personen die meer drinken dan het GR-advies | |
---|---|---|---|---|---|
Mannen 12+ bevolking | 80,4% | 12,2% | 9,0% | 10,6% | 66,9% |
Vrouwen 12+ bevolking | 70,6% | 8,7% | 13,6% | 15,9% | 46,4% |
Totale bevolking 12+ | 75,4% | 10,5% | 11,3% | 13,3% | 56,6% |
-
Uit onderstaande tabel blijkt:
a. dat naarmate Nederlanders een hoger inkomen hebben de kans groter is dat ze alcohol gebruiken;
b. het percentage personen dat meer drinkt dan de Gezondheidsraad adviseert stijgt naarmate het inkomen toeneemt;
c. onder de Nederlanders met het laagste inkomen die wèl drinken, de meeste overmatige drinkers zijn.
Tabel: Drinkers, overmatige drinkers en personen die meer drinken dan het GR-advies, naar inkomensgroep in 2019
Inkomensgroep | Percentage drinkers | Percentage overmatige drinkers onder de drinkers | Percentage personen dat meer drinkt dan het GR-advies |
---|---|---|---|
Groep 1 inkomens (minste inkomen) | 60,7% | 12,6% | 43,7% |
Groep 2 inkomens | 68,0% | 9,8% | 49,2% |
Groep 3 inkomens | 75,1% | 9,9% | 54,7% |
Groep 4 inkomens | 81,0% | 9,6% | 61,2% |
Groep 5 inkomens (meeste inkomen) | 86,1% | 11,3% | 67,8% |
-
Dit fenomeen verklaart mogelijk wat in de wetenschap de ‘alcohol harm paradox’ wordt genoemd. Dit is het gegeven dat in de hogere SES-groepen weliswaar een hoger percentage alcoholgebruikers zijn, maar de lage SES-groep meer getroffen wordt door alcoholgerelateerde schade.
Er zijn ook cijfers van het CBS beschikbaar over overmatig alcoholgebruik naar opleidingsniveau. Uit die cijfers (zie onderstaande tabel) zijn precies dezelfde conclusies te trekken als we hierboven zagen, namelijk:
a. naarmate Nederlanders een hogere opleiding hebben, de kans groter is dat ze alcohol gebruiken;
b. het percentage personen dat meer drinkt dan de Gezondheidsraad adviseert toeneemt naarmate de opleiding hoger is;
c. onder de Nederlanders met de laagste opleiding die wèl drinken, de meeste overmatige drinkers zijn.
Dit is niet erg verwonderlijk. Er is immers in Nederland een duidelijke relatie tussen opleidingsniveau en hoogte van het inkomen.
Tabel: Drinkers, overmatige drinkers en personen die meer drinken dan het GR-advies, naar opleidingsniveau in 2019
Opleidingsniveau | Percentage drinkers | Percentage overmatige drinkers onder de drinkers | Percentage personen dat meer drinkt dan het GR-advies |
---|---|---|---|
Basisonderwijs | 55,5% | 12,8% | 36,2% |
VMBO, MBO 1 | 68,1% | 12,6% | 47,2% |
HAVO, VWO, MBO | 81,5% | 10,2% | 60,4% |
HBO, WO bachelor | 87,7% | 8,2% | 64,6% |
WO, master, doctor | 88,8% | 7,5% | 65,9% |
-
Bron: cbs.nl.
-
Uit cijfers van de Gezondheidsmonitor 2016 van de GGD-en, het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) per GGD-regio blijkt dat het percentage Nederlanders van 19+ dat méér drinkt dan het advies van de Gezondheidsraad het hoogst is in de regio’s Brabant-Zuidoost (65,1%) en Hollands-Noorden (65%) en het kleinst in Flevoland (51,8%).
Kijken we naar het percentage 19+ers dat méér drinkt dan de Gezondheidsraad adviseert in alle Nederlandse gemeenten, dan zien we dat dat het hoogste is in Koggenland (76% drinkt méér), Eersel (74%) en Oost-Gelre (ook 74%). Het laagste is het in Reimerswaal (45%), Aalburg (44%) en Urk (42%).
Tabel: Percentage Nederlanders 19+ dat méér drinkt dan het GR-advies, per GGD-regio
GGD-regio | Percentage 19+ dat méér drinkt dan het GR-advies |
---|---|
GGD Amsterdam | 60,9 |
GGD Brabant-Zuidoost | 65,1 |
GGD Drenthe | 61,7 |
GGD Flevoland | 51,8 |
GGD Fryslân | 61,7 |
GGD Gelderland-Zuid | 61,1 |
GGD Gooi en Vechtstreek | 63,7 |
GGD Groningen | 62,3 |
GGD Haaglanden | 54,8 |
GGD Hart voor Brabant | 63,0 |
GGD Hollands Midden | 60,7 |
GGD Holland Noorden | 65 |
GGD IJsselland | 62,5 |
GGD Kennemerland | 63,6 |
GGD Limburg-Noord | 61,8 |
GGD Noord- en Oost-Gelderland | 60,2 |
GGD regio Utrecht | 61,0 |
GGD Rotterdam-Rijnmond | 52,2 |
GGD Twente | 63,2 |
GGD West-Brabant | 61,4 |
GGD Zaanstreek-Waterland | 60,8 |
GGD Zeeland | 55,5 |
GGD Zuid-Holland Zuid | 52,8 |
GGD Zuid-Limburg | 59,7 |
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden | 58,8 |
Totaal Nederland | 60 |
-
Bevolking 19+ die drinkt boven de richtlijn per gemeente, alfabetisch (213 kB)
-
Bron: volksgezondheidenzorg.info.
-
In de vorige twee paragrafen zijn onder meer cijfers opgenomen over het aantal overmatige drinkers en het aantal drinkers dat méér drinkt dan de Gezondheidsraad adviseert. De indeling van die drinkers is uitsluitend op basis van de hoeveelheid glazen alcohol die zij (zeggen te) drinken. Er worden in de literatuur ook indelingen gebruikt gebaseerd op het drinkgedrag of op basis van de problemen die een drinker ondervindt (of zegt te ondervinden) als gevolg van zijn of haar alcoholgebruik. In deze paragraaf gaan we in op drie Nederlandse studies naar het voorkomen van alcoholstoornissen, van problematisch gebruik en van riskant gebruik.
Uit de NEMESIS-2 studie onder 6.646 Nederlanders van 18 t/m 64 jaar naar psychische gezondheid, zoals het vóórkomen van alcoholstoornissen, blijkt dat 14,3% van de Nederlanders ooit in het leven alcohol misbruikt en dat 2,0% van de Nederlanders ooit in het leven alcoholafhankelijk is.
De NEMESIS-2 studie gebruikte de definities 'alcoholmisbruik' en 'alcoholafhankelijkheid' die destijds voorkwamen in de DSM-IV, het handboek van psychiaters. Inmiddels is er een DSM-5, waarin sprake is van 'stoornis in het alcoholgebruik' met de onderverdeling: mild, gematigd en ernstig.
Er was in de DSM-IV sprake van alcoholmisbruik als iemand een patroon van onaangepast alcoholgebruik had blijkend uit minstens één van de volgende vier criteria:
• De persoon gebruikt herhaaldelijk alcohol met als gevolg dat het niet meer lukt om in belangrijke mate te voldoen aan verplichtingen op het werk, school of thuis.
• Men drinkt herhaaldelijk in situaties waarin dit fysiek gevaarlijk is (bijvoorbeeld autorijden onder invloed).
• In samenhang met het gebruik van alcohol is men in aanraking gekomen met justitie.
• De persoon gebruikt bij voortduring alcohol hoewel dit een sociaal, beroepsmatig, psychisch of lichamelijk probleem in stand houdt.
Volgens DSM-IV was van alcoholafhankelijkheid sprake als de persoon minstens aan drie van de volgende criteria voldoet:
• Men drinkt vaak grotere hoeveelheden of langer dan men van plan was.
• Men wil beslist minderen of stoppen met drinken of heeft zonder succes geprobeerd dit te doen.
• Er wordt veel tijd gestoken in het verkrijgen van alcoholhoudende drank en in de consumptie ervan. Ook kan veel tijd nodig zijn om van de naweeën van gebruik te bekomen.
• Iemand heeft een sterke gewenning of tolerantie. Drinken van dezelfde hoeveelheid heeft minder effect dan eerder. Of: de persoon moet meer drinken om dronken te worden of een ander gewenst effect te bereiken.
• Bij stopzetting of onderbreking van drinken is er sprake van ontwenningsverschijnselen, ook wel onthoudingsverschijnselen genoemd, zoals een kater. Het drinken heeft vaak tot doel om onthoudingsverschijnselen te verlichten of te voorkómen.
• De persoon offert vanwege het drinken sociale en beroepsmatige activiteiten en (andere) besteding van vrije tijd op.
• Iemand gaat door met drinken al kent men de nadelen daarvan voor het functioneren of de gezondheid.
De 11 verslavingscriteria van DSM-5 zijn:
1. Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het plan was.
2. Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen.
3. Gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd.
4. Een sterk verlangen om te gebruiken.
5. Voortdurend gebruik, wetende dat het lichamelijke of psychische problemen met zich meebrengt of verergert.
6. Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen, oftewel tolerantie.
7. Door gebruik tekortschieten op het werk, op school of thuis.
8. Blijven gebruiken ondanks het feit dat het problemen meebrengt op het relationele vlak.
9. Door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk.
10. Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
11. Optreden van onthoudingsverschijnselen.
Wanneer aan twee of drie van bovenstaande criteria wordt voldaan, is sprake van een milde stoornis, bij vier of vijf criteria is sprake van een gematigde stoornis. Bij zes of meer symptomen is sprake van een ernstige stoornis in het gebruik van middelen. Onbekend is hoeveel Nederlanders aan een ‘stoornis in het alcoholgebruik' leiden. Mogelijk geeft te zijner tijd NEMESIS-3 duidelijkheid.
Tabel: Nederlanders met alcoholstoornissen, DSM-IV
Leeftijd | Alcoholmisbruik ooit in het leven | Alcoholafhankelijkheid ooit in het leven |
---|---|---|
18-24 | 17,5% | 4,1% |
25-34 | 19,3% | 2,3% |
35-44 | 14,0% | 1,7% |
45-54 | 12,6% | 1,8% |
55-64 | 10,0% | 1,2% |
Totaal 18-64 | 14,3% | 2,0% |
-
-
Uit de Global Drug Survey 2017, een groot internationaal onderzoek naar onder meer problematisch veel drinken, blijkt dat de Nederlandse deelnemers in de Europese top drie staan.
Zo'n 3.250 Nederlanders vulden de vragenlijst in. Het betreft geen representatieve steekproef. Het ging om 41,3% vrouwen en 58,7% mannen. De gemiddelde leeftijd van de respondenten was 23,5 jaar.
Problematisch drinken hield in dit onderzoek in dat de deelnemers een totale AUDIT-score hadden die 16 punten of hoger is. Het gaat om zaken als relatief vaak spoedeisende hulp nodig hebben, niet meer herinneren wat er is gebeurd (blackout hebben) en last hebben van schuldgevoelens en spijt achteraf. Onder de Nederlandse deelnemers bleek 40,9% van de mannen en 27,9% van de vrouwen problematisch te drinken. Het betreft vooral jonge mannen.
-
Tabel: Problematisch alcoholgebruik mannen en vrouwen onder de 25 jaar en mannen en vrouwen van 25 jaar en ouder 2017 - in % N.B. Géén representatieve steekproef.
Mannen onder de 25 jaar | Vrouwen onder de 25 jaar | Mannen van 25 jaar en ouder | Vrouwen van 25 jaar en ouder | |
---|---|---|---|---|
Maandelijkse blackouts | 26,4% | 16,2% | 10,3% | 9,7% |
Afgelopen jaar op SEH | 2,8% | 2,0% | 1,3% | 0,4% |
Schuldgevoelens en spijt na alcoholgebruik | 13,9% | 13,7% | 12,4% | 14,2% |
Totale AUDIT-score hoger dan 16 | 46,8% | 30,1 | 26,6% | 20,8 |
-
Global Drug Survey 2017 - Netherlands Report (13,2 MB)
-
In november 2018 heeft het Trimbos-instituut een nieuw begrip geïntroduceerd: riskant alcoholgebruik. Riskant alcoholgebruik is - net als problematisch gebruik in de hiervoor genoemde Global Drug Survey - gekoppeld aan een bepaalde AUDIT-score, namelijk 8 punten of hoger. Het gaat niet primair om de hoeveelheid alcohol die gedronken wordt, maar men kijkt of de persoon in kwestie door zijn drinkgedrag problemen rapporteert, bijvoorbeeld verplichtingen niet na kunnen komen, spijt hebben van het alcoholgebruik of van anderen het advies krijgen om minder te drinken.
De nieuwe gegevens over riskant gebruik zijn door het Trimbos-instituut, het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verzameld in 2016 als onderdeel van de Leefstijl Monitor A. Een representatieve steekproef van 10.236 volwassenen heeft deelgenomen aan het onderzoek. Eruit blijkt dat in 2016 16,8% van de drinkers (=laatste jaar gedronken) van 18 jaar en ouder een riskante alcoholgebruiker is op basis van zijn/haar AUDIT-score. Dit betreft meer mannen (24,1%) dan vrouwen (8,7%). Dit komt overeen met 1.790.000 riskante gebruikers, oftewel 13,5% van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder.
- Riskant alcoholgebruik komt het meest voor in de leeftijdscategorie 18-29 jaar en neemt vanaf 30 jaar duidelijk af met de leeftijd.
- Alcoholgebruikers met een hoog opleidingsniveau zijn vaker een riskante drinker dan degenen met een laag opleidingsniveau.
- Drinkers met een Nederlandse achtergrond zijn vaker een riskante drinker dan degenen met een (niet)-westerse migratieachtergrond.
- Zoals verwacht, drinken riskante gebruikers vergeleken met niet-riskante gebruikers vaker, zijn ze vaker dronken en drinken ze gemiddeld meer glazen alcohol per dag.
- Riskante gebruikers ervaren vergeleken met niet-riskante gebruikers beduidend vaker alcohol gerelateerde problemen, zoals geheugenverlies, agressie, vandalisme of een ongeval (27,9% versus 1,6%).
- Ook zijn riskante alcoholgebruikers vaker in contact geweest met de politie door hun alcoholgebruik, hebben zijn vaker met meer dan 2 glazen alcohol op achter het stuur gezeten en vaker medische hulp gehad vanwege alcohol gerelateerde problemen.
- Tenslotte is het verzuim in het laatste jaar vanwege alcoholgebruik of een kater onder riskante alcoholgebruikers hoger (12,7%) dan onder niet-riskante alcoholgebruikers (0,9%).
Factsheet riskant alcoholgebruik in Nederland (2,48 MB)
-
Het percentage vrouwen dat alcohol gebruikt tijdens de zwangerschap lijkt de afgelopen decennia aanzienlijk gedaald. Toen in 2005 de Gezondheidsraad haar advies over "Risico's van alcoholgebruik bij conceptie, zwangerschap en borstvoeding" opstelde werd nog geschat dat 35% tot 50% van de vrouwen tijdens de zwangerschap alcohol gebruikte. Latere schattingen spraken van 22,4% in 2007 en 19,2% in 2010.
Begin 2016 is de factsheet ‘Alcoholgebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding’ verschenen. Het is een uitgave van TNO, opgesteld in opdracht van het Trimbos-instituut en met financiering van het ministerie van VWS. Daarin wordt het percentage vrouwen dat in 2015 drinkt tijdens de zwangerschap geschat op 8,9%.
Tabel: Alcoholgebruik tijdens de zwangerschap (2007-2015)
Jaar | Alcoholgebruik tijdens eerste drie maanden zwangerschap | Alcoholgebruik tijdens de hele zwangerschap |
---|---|---|
2007 | 16,5% | 22,4% |
2010 | 13,8% | 19,2% |
2015 | 6,9% | 8,9% |
-
Het Trimbos-instituut maakt sinds 2016 in de Monitor middelengebruik en zwangerschap onderscheid tussen alcohol drinken vóór de constatering van de zwangerschap en tijdens de rest van de zwangerschap. Uit hun onderzoek bleek dat in 2016 44,2% van de moeders dronk voor ze wisten zwanger te zijn en 4,7% daarna (en dan nog meestal kleine slokjes). In 2018 waren die cijfers 44,2% en 4,2%.
Tabel: Alcoholgebruik in de 4 weken vóór de constatering van de zwangerschap naar enkele demografische kenmerken, in % (2016-2018)
2016 | 2018 | ||
Leeftijd | 16/18 - 24 jaar | 35% | 29% |
25 - 29 jaar | 37% | 38% | |
30 - 34 jaar | 50% | 50% | |
35 - 39 jaar | 43% | 47% | |
40 - 46 jaar | 35% | 41% | |
Opleidingsniveau | Laag | 27% | 22% |
Midden | 33% | 36% | |
Hoog | 54% | 55% | |
Etniciteit | Westers | 49% | 51% |
Niet-westers | 20% | 18% |
-
Uit eveneens in 2018 gehouden onderzoek in het kader van het tv-programma 'Hoe Nederland Bevalt' blijkt dat 44% van de vrouwen die zwanger proberen te worden helemaal niet drinkt. 56% drinkt wel. Van de zwangere vrouwen drinkt 88% niet en 12% dus wel. Veel hogere cijfers dus dan uit het onderzoek van het Trimbos-instituut naar voren komen. Helaas is geen uitgebreid onderzoeksrapport beschikbaar.
Alcoholgebruik tijdens de zwangerschap en borstvoeding (221 kB)
Factsheet Monitor zwangerschap en middelengebruik 2016 (2,38 MB)
Factsheet Monitor middelengebruik en zwangerschap 2018 (485 kB)
-
-
In Nederland waren in 2019 naar schatting 8.339 sterfgevallen mede toe te schrijven aan het gebruik van alcohol. Dat blijkt uit een risicoanalyse in het kader van de Global Burden of Disease Study 2019 (GBD) door het Institute for Health Metrics and Evaluation van de Universiteit van Washington. De resultaten zijn in oktober 2020 gepubliceerd in een bijlage bij een artikel in het gerenommeerde tijdschrift The Lancet.
De onderzoekers hebben ook berekend hoeveel sterfte is vermeden als gevolg van alcoholgebruik. Zeer matig gebruik heeft volgens sommige studies bij bepaalde bevolkingsgroepen een licht beschermend effect op het krijgen van bepaalde ziekten en voorkomt dus sterfte. De vermeden sterfte door alcoholgebruik betrof in Nederland in 2019 volgens de GBD-onderzoekers 672 gevallen van coronaire hartziekten en 100 gevallen van diabetes.
Alcoholgebruik was dus een factor in 8.339 sterfgevallen, maar vermeed er tegelijkertijd 772. De geschatte "netto-sterfte" was in Nederland in 2019 dus 7.567.
Het Nederlandse RIVM schatte het aantal alcoholdoden in Nederland in 2017 beduidend lager, namelijk ruim 1.900. De WHO noemde vrij recent het getal van 5.300 doden. De verschillen tussen de diverse schattingen zijn dus fors. STAP is dan ook van oordeel dat een nieuwe poging moet worden gedaan om op basis van alle beschikbare wetenschappelijke bronnen zorgvuldig na te gaan welke cijfers het meest realistisch zijn.
Tabel: Schatting alcohol als risicofactor om te overlijden, Nederland 2019
Sterfgevallen | Vermeden sterfte | |
---|---|---|
Kanker | 3.494 | |
Hart- en vaatziekten en alcoholcardiomyopathie | 1.340 | 672 |
Leverziekten | 1.303 | |
Alvleesklierziekten | 117 | |
Epilepsie | 83 | |
Longinfecties en tuberculose | 568 | |
Diabetes | 100 | |
Alcoholmisbruik | 480 | |
Verkeersongevallen | 83 | |
Andere ongevallen (vallen, vergiftiging) | 365 | |
Zelfverwonding/zelfdoding | 482 | |
Geweld | 24 | |
Totaal | 8.339 | 772 |
-
Global Burden of 87 risk factors - supplement 2b (140 MB)
-
Bij bier bepaalt niet het alcoholpercentage het tarief, maar het extractgehalte van het bier. Het extractgehalte wordt uitgedrukt in graden Plato (°P). Hiermee wordt het gehalte van opgeloste stoffen die in het stamwort van het bier zitten bedoeld, plus het gehalte van de stoffen die na de gisting aan het bier zijn toegevoegd.
- Bij wijn waren er verschillende accijnstarieven voor mousserende wijn (als champagne en prosecco) en niet-mousserende wijn (ook wel stille wijn genoemd). Dat onderscheid is in 2017 komen te vervallen. Zowel bij mousserende als bij stille wijnen bepaalt het alcoholgehalte van de betreffende wijn de uiteindelijke accijnsafdracht. Verder is er een speciale accijns voor tussenproducten zoals port, sherry en vermout.
- Bij gedistilleerde dranken wordt de accijns geheven als een vast bedrag per hectoliter pure alcohol.
Over de accijns wordt BTW geheven en wel het hoogste tarief van 21%.
Meer informatie over alcoholaccijns is te vinden op de themapagina Nationaal beleid. Een overzicht van accijnstarieven in de EU-lidstaten is te vinden op de themapagina Europees beleid.
Zowel het Ministerie van Financiën als het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceren gegevens over accijnsopbrengsten. Het Ministerie van Financiën registreert de kasontvangsten, de cijfers van het CBS betreffen de ontvangsten op transactiebasis, dat wil zeggen op het moment waarop de activiteit plaatsvindt die tot de belastingschuld leidt. Hieronder zijn de CBS cijfers opgenomen.
Accijnstarieven vanaf 2012 (63,6 kB)
Opbrengsten accijnzen 2000-2019 volgens CBS (44,5 kB)
-
-
Het aantal door de politie geregistreerde gevallen van rijden onder invloed nam tussen 2007 en 2017 opvallend af. In 2007 ging het om 61.003 geregistreerde gevallen van rijden onder invloed, in 2017 waren dat er nog maar 25.775. Maar sinds 2018 stijgt het aantal weer en zelfs heel stevig. In 2019 ging het al weer om 32.830 gevallen. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Vermoedelijk is de oorzaak dat het vanaf 1 juli 2017 voor de politie mogelijk is om naast de handhaving met voorlopige selectiemiddelen op alcoholgebruik in het verkeer ook met andere voorlopige selectiemiddelen, zoals de speekseltester en het onderzoek van de psychomotorische en oog- en spraakfuncties, op rijden onder invloed te controleren.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat laat eens in de paar jaar onderzoek doen naar het percentage automobilisten dat in weekendnachten met alcohol op achter het stuur kruipt. Hieruit blijkt ook dat het percentage rijders met een bloedalcoholgehalte (BAG) van 0,5 promille of meer tijdens weekendnachten, de afgelopen decennia flink is afgenomen. Sinds 2002 is dat percentage gedaald van 4,0% naar 1,4%. Helaas zijn er nog geen cijfers beschikbaar voor de jaren 2018 en 2019.
Er zijn ook andere cijfers over het percentage Nederlandse automobilisten dat onder invloed rijdt. Die cijfers zijn afkomstig van verkeersinstituut Vias. Uit hun ESRA-2019 studie (E-Survey of Road users' Attitudes) onder bestuurders uit 32 landen, bleek dat 9% van de automobilisten uit Nederland aangaven de afgelopen maand gereden te hebben met een te hoge BAG-waarde. Het is niet duidelijk of dit cijfer representatief is. Bovendien gaat het om zelfrapportage.
Ook de precieze aantallen doden en gewonden door alcoholongevallen zijn niet bekend. De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) heeft daarom het aandeel verkeersdoden als gevolg van alcohol geschat op basis van de aandelen bestuurders met een BAG boven de limiet in weekendnachten en op basis van de risicocijfers per BAG-klasse.
De uitkomst is dat in 2015 naar schatting 12%-23% van de verkeersdoden in Nederland het gevolg is van alcohol, ofwel 75-140 verkeersdoden. Het aantal ernstig gewonde verkeersslachtoffers a.g.v. alcohol in dat jaar wordt op 2.556-4.899 geschat. Zie de tabel op het einde van deze paragraaf.
Rijden onder invloed 2002-2013 (305 kB)
Rijden onder invloed in Nederland 2002-2017 (718 kB)
Houwing - Het werkelijk aandeel verkeersdoden als gevolg van alcohol (1,01 MB)
-
Tabel: Door de politie geregistreerde gevallen van rijden onder invloed 2002-2019
Jaar | Aantal gevallen |
---|---|
2002 | 52.445 |
2003 | 57.863 |
2004 | 58.732 |
2005 | 57.985 |
2006 | 60.501 |
2007 | 61.003 |
2008 | 59.433 |
2009 | 56.793 |
2010 | 47.520* |
2011 | 46.890* |
2012 | 41.140* |
2013 | 36.200* |
2014 | 32.280* |
2015 | 27.230* |
2016 | 26.475* |
2017 | 25.775* |
2018 | 28.960* |
2019 | 32.830* |
* Cijfers vanaf 2010 afgerond. Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek.
-
Tabel: Bestuurders met bloedalcoholgehalte van 0,5 promille of hoger gedurende weekendnachten 2002-2017 (indien beschikbaar is het cijfer van de nieuwe weging gebruikt)
Jaar | Percentage bestuurders met BAG 0,5 promille of hoger |
---|---|
2002 | 4,0% |
2003 | 3,7% |
2004 | 3,4% |
2005 | 2,8% |
2006 | 2,9% |
2007 | 3,0% |
2008 | 2,9% |
2009 | ? |
2010 | 2,2% |
2011 | 2,0% |
2012 | ? |
2013 | 1,7% |
2014 | ? |
2015 | 1,7% |
2016 | ? |
2017 | 1,4% |
-
Tabel: Schatting verkeersslachtoffers a.g.v. alcohol 1999-2015
(cijfers vooral o.b.v. studies van Houwing e.a.)
Jaar | Doden | Ernstig gewonden |
---|---|---|
1999 | 370 | 5.600 |
2000 | 345 | 4.886 |
2001 | 310 | 4.580 |
2002 | 295 | 4.441 |
2003 | 294 | 4.460 |
2004 | 242 | 4.450 |
2005 | 212 | 4.143 |
2006 | 182 | 3.455 |
2007 | 176 | 3.711 |
2008 | 180 | 4.226 |
2009 | n.b. | n.b. |
2010 | 128 | 3.820 |
2011 | 132 | 3.940 |
2012 | 123 | 3.705 |
2013 | tussen 63 en 137 | tussen 2.068 en 4.512 |
2014 | n.b. | n.b. |
2015 | tussen 75 en 140 | tussen 2.556 en 4.899 |
-
Het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP en de Universiteit van Twente hebben eind 2015 een analyse gemaakt van alle lokale en regionale onderzoeken die zij hebben uitgevoerd in 2013, 2014 en 2015. In totaal hebben deze instituten in die jaren 5.886 aankooppogingen door mysteryshoppers onder de leeftijdsgrens laten doen. Later zijn ook alle 2.118 mysteryshop-aankopen in 2017 geanalyseerd.
Uit deze analyses bleek dat de naleving van de leeftijdsgrens de laatste jaren beduidend is gestegen en in 2017 42,3% bedroeg. Maar dat nalevingscijfer van 42,3% betekent ook dat 6 op de 10 jongeren in Nederland in 2017 nog steeds probleemloos alcohol konden kopen.
Tabel: Percentage bedrijven dat de leeftijdsgrens juist naleeft per verstrekkingskanaal, 2013, 2014, 2015 en 2017
Verstrekkingkanaal | Correcte naleving in 2013 | Correcte naleving in 2014 | Correcte naleving in 2015 | Correcte naleving in 2017 |
---|---|---|---|---|
Horeca | 22,4% | 15,5% | 24,3% | 36,0% |
Supermarkten | 46,6% | 52,2% | 55,5% | 60,5% |
Slijterijen | 31,2% | 46,3% | 42,5% | 53,8% |
Cafetaria's | 16,1% | 16,1% | 14,8% | 29,9% |
Sportkantines | 14,7% | 16,8% | 15,0% | 30,0% |
Gemiddeld | 29,8% | 30,3% | 30,4% | 42,3% |
-
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft sinds 2011 zes maal landelijk mysteryshop onderzoek laten uitvoeren, waarbij jongeren van 15 jaar (2011/2013) en 17 jaar (2015/2016/2018/2020) aankooppogingen deden.
In de onderzoeken van 2015 en 2016 werd gebruik gemaakt van een andere indeling van de bezochte categorieën alcoholverstrekkers dan in 2018 en 2020. Die laatste onderzoeken waren gedetailleerder. Hierdoor kunnen de nalevingscijfers van 2015 en 2016 niet een-op-een vergeleken worden met de nalevingscijfers van 2018 en 2020. In onderstaande tabel wijken de categorieën alcoholverstrekkers enigzins af van die in de onderzoeksrapporten.
Uit de tabel blijkt dat in 2015 het gewogen gemiddelde nalevingspercentage (excl. thuisbezorgkanalen) 21,5% was, in 2016 35,8%, in 2018 35,3% en in 2020 38,0%.
Tabel: Percentage bedrijven dat de leeftijdsgrens correct naleeft per verstrekkingskanaal, 2015, 2016, 2018 en 2020
Verstrekkingskanaal | Correcte naleving in 2015 | Correcte naleving in 2016 | Correcte naleving in 2018 | Correcte naleving in 2020 |
---|---|---|---|---|
Ketensupermarkten | 52,9% | 63,3% | 71,8% | 59,3% |
Slijters | 32,9% | 61,8% | 73,3% | 66,3% |
Avondwinkels | - | - | 34,7% | 41,0% |
Horeca | 16,2% | 26,6% | 17,5% | 29,0% |
Cafetaria's | 10,4% | 28,6% | 20,7% | 29,8% |
Thuisbezorgkanalen | 9,1% | 2,0% | 9,5% | 12,4% |
Sportkantines | 8,5% | 16,7% | 20,2% | 23,9% |
Totaal gewogen gemiddelde naleving, excl. thuisbezorgkanalen | 21,5% | 35,8% | 35,3% | 38,0% |
-
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft ook laten kijken naar de kans dat jongeren van 15 jaar alcohol kunnen kopen, vóór de leeftijdsgrensverhoging per 1 januari 2014 en erna. Doel was om te kijken of die leeftijdsgrensverhoging effect heeft gehad op de kans dat een 15-jarige alcohol kan kopen. Uit de cijfers blijkt dat het voor jongeren van 15 jaar in 2016 moeilijker was om aan alcohol te komen dan vóór 2014.
Tabel: Gemiddelde naleving bij aankooppogingen van 15-jarige mystery-shoppers 2011-2016
Jaar | Gemiddelde naleving |
---|---|
2011 | 28,2% |
2013 | 46,5% |
2014 | 55,7% |
2016 | 73,9% |
VWS heeft ook onderzoek laten doen naar de naleving van de leeftijdsgrenzen bij diverse takken van sport.
Tabel: Percentage sportkantines dat de leeftijdsgrens juist naleeft, per sport, 2017
Sport | Nalevingspercentage |
---|---|
Zaalsporten | 25,3% |
Tennis | 24,2% |
Hockey | 18,8% |
Voetbal | 17,9% |
-
Alcoholverkoop aan jongeren 2011 (666 kB)
Alcoholverkoop aan jongeren 2013 (950 kB)
Alcohol- en tabaksverkoop aan jongeren 2015 (586 kB)
Alcohol en tabaksverkoop aan jongeren 2016 (780 kB)
Landelijk onderzoek naar de naleving van de leeftijdsgrens in 2018 (2,19 MB)
Landelijk onderzoek naar de naleving van de leeftijdsgrens in 2020 (1,19 MB)
Het effect van de verhoging van de leeftijdsgrens van 16 naar 18 jaar (295 kB)
Naleving leeftijdsgrens alcohol in sportkantines (327 kB)
-
Indien een verstrekker zich niet aan de Drank- en Horecawet houdt, kan een gemeente gebruik maken van verschillende wettelijke instrumenten. Het gaat hierbij onder meer om het opleggen van een bestuurlijke boete, het geven van een bestuurlijke waarschuwing, het intrekken of schorsen van een vergunning, het opleggen van een last onder dwangsom en het tijdelijk stilleggen van de verstrekking bij recidive (three strikes out, alleen bij niet-vergunningplichtige bedrijven). Jongeren die zich niet aan de Drank- en Horecawet houden (door alcohol aanwezig te hebben op een voor het publiek toegankelijke plaats) kunnen een boete krijgen, een Halt-straf of een waarschuwing.
In het Wetboek van Strafrecht staat in artikel 453 een verbod op het kennelijk dronken zijn op de openbare weg (inclusief parken). Artikel 426 stelt riskant gedrag in staat van dronkenschap strafbaar. Op overtreding van artikel 453 staat een boete van €95, op overtreding van artikel 426 een van €380. Het aantal boetes voor overtreding van beide wetsartikelen rond openbare dronkenschap neemt de laatste jaren af.
Tabel: Sancties opgelegd aan ondernemers wegens overtreding Drank- en Horecawet, 2013 - 2015
Sanctie | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|
Bestuurlijke boete | 30 | 148 | 223 |
Bestuurlijke waarschuwing | 617 | 1.509 | 2.263 |
Intrekken vergunning | 9 | 47 | 35 |
Schorsen vergunning | 0 | 13 | 22 |
Last onder dwangsom | 24 | 78 | 192 |
Three strikes out | 0 | 3 | 1 |
-
Tabel: Sancties opgelegd aan jongeren wegens overtreding artikel 45 Drank- en Horecawet, 2014 - 2018
Sanctie | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|---|---|
Boetes | 370 | 1.104 | 1.345 | 1.570 | 1.393 |
Halt-straffen | 256 | 419 | 652 | 753 | 698 |
Waarschuwingen | 629 | 1.075 | ? | ? | ? |
-
Tabel: Boetes voor openbare dronkenschap, 2013-2018
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|---|---|
14.632 | 15.387 | 11.533 | 11.173 | 8.779 | 8.524 |
-
Boetes voor openbare dronkenschap
In 2013 kostte alcoholgebruik de Nederlandse samenleving netto 2,3 tot 4,2 miljard euro. Dat blijkt uit een recent herziene kosten-batenanalyse van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en drie andere onderzoeksinstituten. Als ook de private kosten worden meegenomen in de berekening, zoals de kosten van voortijdige sterfte en verlies aan kwaliteit van leven, dan waren de nettokosten in 2013 4,2 tot 6,1 miljard.
Productiviteitsverlies en de inzet van politie en justitie zijn de grootste kostenposten. De inkomsten uit accijnzen en niet uitgekeerde pensioenen zijn grote posten aan de baten-kant.
Tabel: Maatschappelijke en private kosten en baten van alcoholgebruik in Nederland in 2013 (in euro's)
Kosten | Baten | ||
---|---|---|---|
Verkeersongevallen | 653 - 1425 miljoen | Producentensurplus | 30 - 330 miljoen |
Vroegtijdig overlijden | 794 miljoen | Accijnzen | 1040 miljoen |
Productiviteitsverlies | 1518 - 1613 miljoen | Pensioenen | 260 miljoen |
Verlies van kwaliteit van leven | 1054 miljoen | ||
Nabestaandenpensioen etc. | 70 miljoen | ||
Zorgverzekeringspremies | 35 miljoen | ||
Belastingen en overige heffingen | 40 miljoen | ||
Zorgkosten | 400 - 450 miljoen | ||
Studievertraging | 52 - 86 miljoen | ||
Politie en Justitie | 1172 - 1830 miljoen | ||
Overheid | 18 - 21 miljoen | ||
Totaal | 5806 - 7418 miljoen | Totaal | 1330 - 1630 miljoen |
-
Maatschappelijk kosten baten analyse RIVM (herziene versie) (2,34 MB)
N.B. Onderstaande tabellen hebben betrekking op alle lidstaten van de EU tot 1 februari 2020, dus inclusief het Verenigd Koninkrijk!
Tabel: Leeftijdsgrenzen alcoholverkoop in EU-lidstaten - januari 2018
Uit bovenstaande tabel blijkt dat alle landen in de Europese Unie alcoholleeftijdsgrenzen kennen. De meest voorkomende grens is 18 jaar, zowel voor winkelverkoop als voor horeca. Slechts 7 landen kennen een grens lager dan 18 jaar voor zwak-alcoholhoudende drank; 4 landen kennen een lagere grens dan 18 jaar voor sterke drank. De tabel geeft de leeftijdsgrenzen zoals die gelden vanaf 1 januari 2018. Zoals bekend heeft het Verenigd Koninkrijk de EU inmiddels verlaten.
Overzicht leeftijdsgrenzen alcoholverkoop in EU-lidstaten - januari 2018 (188 kB)
Status report on alcohol and health in 35 European countries 2013 (7,43 MB)
-
Tabel: Overzicht geregistreerde consumptie per hoofd 15+ in EU-lidstaten in 1970, 2000, 2014 en 2015/2016
-
Uit bovenstaande WHO-cijfers blijkt dat Griekenland, Italië en Zweden de landen zijn waar per hoofd van de bevolking van 15 jaar en ouder het minste alcohol wordt gedronken. In Estland wordt het meeste per 15+-er gedronken.
De tabel betreft het geregistreerde alcoholgebruik in liters pure alcohol.
Overzicht geregistreerde alcoholconsumptie per hoofd 15+ in EU-lidstaten (131 kB)
-
Tabel: Percentage van de bevolking in EU-lidstaten dat bingedrinkt (2016)
-
Uit bovenstaande tabel blijkt dat het percentage bingedrinkers in de verschillende EU-lidstaten sterk uiteenloopt. Het hoogste percentage 15+-ers dat bingedrinkt was in 2016 te vinden in Litouwen, het laagste in Malta. In alle landen is het percentage bingedrinkers onder 15 tot en met 19-jarigen hoger dan onder alle inwoners van 15 jaar en ouder.
In Nederland is er sprake van bingedrinken bij ruim een kwart van de bevolking van 15 jaar en ouder. Bij jongeren van 15-19 is dat 30%. Kijk je alleen naar de drinkers dan zie je dat een kleine 40% van de alcoholgebruikers bingedrinkt. Bij jongeren is dat de helft.
Tabel: Overzicht accijnstarieven in EU-lidstaten in euro's per hectoliter bier, wijn en gedistilleerd (consumptiesterkte) (meest gangbare tarief) per 1 januari 2019
-
Grafiek: Accijnstarieven in EU-lidstaten in euro's per hectoliter bier, wijn en gedistilleerd (consumptiesterkte) (meest gangbare tarief) per 1 januari 2019
-
Uit bovenstaande tabel en grafiek blijkt dat alle landen in de Europese Unie accijns heffen op gedistilleerde dranken en op bier (overigens ook op tussenproducten). Bijna de helft van de EU-landen heft ook accijns op (mousserende) wijn.
Excise duties alcoholic beverages 1 Jan 2019 (1,18 MB)
-
Tabel: Overzicht maximaal toegestane bloedalcoholgehaltes in het verkeer in EU-lidstaten (in ‰)
Uit bovenstaande tabel blijkt dat in 2019 slechts zeven van de 28 EU-landen een standaard bloedalcoholgehalte van 0,2‰ of lager hadden. 19 lidstaten hadden een limiet van 0,5‰, terwijl Litouwen 0,4‰ had. Malta en het Verenigd Koninkrijk (dat de EU inmiddels heeft verlaten) hadden de hoogste limiet van 0,8‰, hoewel er in Schotland een ondergrens van 0,5‰ is vastgesteld. Veel landen hebben ook ondergrenzen voor professionele en/of beginnende bestuurders vastgesteld.
Detailhandelsuitgaven alcohol in EU: €117 miljard (31 december 2020)
In Westfriesland daling alcohol- of drugsvergiftiging onder minderjarigen (29 december 2020)
Grolsch verhoogt horecabierprijs, andere brouwers wachten af (23 december 2020)
Licht alcoholgebruik veroorzaakte in EU in 2017 8.500 kankergevallen (18 december 2020)
Alcoholgebruik gedaald in praktijk- en voortgezet speciaal onderwijs (18 december 2020)
Bierverkoop daalt hard (15 december 2020)
18.900 SEH-behandelingen en 5.500 ziekenhuisopnamen na alcoholongevallen (9 december 2020)
Alcoholintoxicaties bij minderjarigen op Spoedeisende Hulp gestabiliseerd (9 december 2020)
Nieuwe cijfers over middelengebruik MBO- en HBO-leerlingen (9 december 2020)
Landelijk onderzoek verschenen naar opvattingen van ouders over middelengebruik (9 december 2020)
Detailhandelsomzet in alcoholhoudende dranken 14% hoger (9 december 2020)
Europeanen gaven tijdens eerste coronagolf meer geld uit aan 'verwenproducten' (26 november 2020)
Schade van alcoholgebruik onderschat (26 november 2020)
Corona heeft invloed op resultaat drankenproducent Lucas Bols (19 november 2020)
Biermarkt krijgt flinke klap in oktober (19 november 2020)
Als Nederlandse leerlingen drinken, drinken ze veel (12 november 2020)
Leeftijd comazuipers gemiddeld iets hoger dan 12 jaar geleden (10 november 2020)
PERSBERICHT: Alcoholgebruik belangrijke risicofactor voor sterfte (10 november 2020)
Bier trekt sinds lockdown bovengemiddeld de kar in supermarkten (6 november 2020)
ABInBev verkocht van juli tot en met september méér bier (29 oktober 2020)
Banen weg bij Heineken door coronacrisis (28 oktober 2020)
Geregistreerde alcohol- en drugsoverlast neemt toe, geregistreerde openbare dronkenschap neemt af (24 oktober 2020)
Wijnwinkels zag omzet stijgen (22 oktober 2020)
Omzet horeca daalt door bezorgen en afhalen minder dan bij eerste lockdown (21 oktober 2020)
In Harlingen wordt alcoholleeftijd slecht nageleefd (18 oktober 2020)
Alcoholgebruik belangrijkste risicofactor ziektelast bij 25-49 jarigen (17 oktober 2020)
Scholieren voortgezet onderwijs drinken minder dan in 2015 (12 oktober 2020)
Minder bezoeken alcohol/drugs in Twentse ziekenhuizen (12 oktober 2020)
Opbrengst bieraccijns eerste halfjaar 15% gedaald (23 september 2020)
Bierverkoop in de horeca in augustus ruim een derde lager (23 september 2020)
Trimbos maakt infosheet over alcohol en corona (22 september 2020)
Online wijnverkoop in de lift (16 september 2020)
Resultaten van het Grote Uitgaansonderzoek 2020 gepubliceerd (16 september 2020)
Nibud: minder scholieren besteden gemiddeld meer aan uitgaan (4 september 2020)
Ongekende omzetdaling horeca (31 augustus 2020)
Bierverkopen Heineken daalden 11,5%; directe levering aan consumenten neemt een vlucht (3 augustus 2020)
Aantal bierbrouwerijen stijgt nog altijd (30 juli 2020)
Verkopen grootste bierbrouwer gekelderd (30 juli 2020)
Ondanks heropening horeca nog steeds daling biermarkt (20 juli 2020)
Heineken fors in het rood door corona (16 juli 2020)
Een op de vijf cafés en restaurants nog niet open door corona (10 juli 2020)
Minder jongeren in ziekenhuis door drank en drugs (6 juli 2020)
Van Dalen: Teleurstellend dat aantal kinderen dat alcohol drinkt niet meer daalt (2 juli 2020)
GGD'en willen gerichtere regionale aanpak alcoholgebruik jongeren (30 juni 2020)
Alcoholgebruik scholieren gestabiliseerd; zorgen over gevolgen drinken alcoholvrij (30 juni 2020)
Bijna helft Nederlanders mijdt horeca (18 juni 2020)
Bierbrouwers starten na zware maanden productie weer op (15 juni 2020)
Eén op de vijf Nederlanders voelt wel wat voor een alcoholverbod (5 juni 2020)
Bijna de helft van de cafés en restaurants bleef dicht op 1 juni (5 juni 2020)
OM vordert steeds meer rijbewijzen in de afgelopen jaren, vooral na te hoge alcoholgehalten (31 mei 2020)
Eén op de 12 volwassenen overmatige drinker (26 mei 2020)
Consument drinkt relatief minder alcoholvrij (20 mei 2020)
Nederlandse kinderen van 11 en 13 jaar drinken minder dan Europese leeftijdgenoten (19 mei 2020)
Daling bierverkoop in april 32% (15 mei 2020)
CBS schat aantal alcoholverkooppunten op slechts 43.200 (12 mei 2020)
Drinkende jongeren krijgen vaak alcohol van oudere vrienden (12 mei 2020)
Alcoholgebruik in sportkantine is normaal en keuze voor alcohol is gewoontegedragd (12 mei 2020)
CBS: Drankbestrijding heeft bijgedragen aan beperking beschikbaarheid en matig alcoholgebruik (11 mei 2020)
Detailhandelsverkoop van luxere drank sijgt door coronacrisis (9 mei 2020)
Alcohol- of drugsvergiftiging minderjarige jongens in West-Friesland stijgt (8 mei 2020)
AB InBev verkocht in eerste kwartaal 9% minder bier (7 mei 2020)
Zowel RIVM als Voedingscentrum komen met cijfers over drankgebruik in tijden van corona (7 mei 2020)
Den Haag heeft 38 keer ingegrepen bij horeca sinds coronacrisis (4 mei 2020)
In 2019 zijn we niet minder alcohol gaan drinken (4 mei 2020)
1 op de 5 Utrechters drinkt meer tijdens coronacrisis (24 april 2020)
Sinds de coronacrisis drinkt 14% van de Nederlanders meer alcohol (24 april 2020)
Geen jonge comazuipers meer (24 april 2020)
Smart Food Monitor: 11% Nederlanders drinkt minder alcohol (21 april 2020)
Europeaan drinkt dit jaar veel minder wijn door coronacrisis (20 april 2020)
Slijterijen profiteerden van thuisborrels met Pasen (17 april 2020)
Café-eigenaren optimistisch (14 april 2020)
Drinken we meer of minder alcohol in coronatijd? (9 april 2020)
Biervolume Heineken krimpt 2% door coronacrisis (8 april 2020)
Hoogste horecadichtheid in Zeeland (8 april 2020)
Artsen vinden het moeilijk verslaving bij collega's bespreekbaar te maken (3 april 2020)
In 2019 opvallende daling accijnsopbrengsten (2 april 2020)
Jongeren krijgen gemakkelijk alcohol in Beekdaelen (31 maart 2020)
Nu hamsterwoede drogisterij en slijterij (29 maart 2020)
Horeca loopt alleen al door niet verkochte dranken €502 miljoen mis (24 maart 2020)
Slijterijen verkopen minder door sluiting horeca (24 maart 2020)
Steeds meer bierbrouwerijen en distilleerderijen in Nederland (23 maart 2020)
Bier en wijn vliegen de winkel uit (16 maart 2020)
Vijftig procent meer overlast van alcohol en drugs in vijf jaar tijd (14 maart 2020)
OESO positief over Nederland, maar kritisch over toename sterftecijfer alcohol en drugs (12 maart 2020)
41% Nederlanders drinkt hooguit één glas alcohol per dag (11 maart 2020)
Minderjarigen krijgen op steeds minder plekken in Utrecht alcohol (9 maart 2020)
Rijden onder invloed laatste twee jaar met bijna een kwart toegenomen (8 maart 2020)
Kwart fietsende 55-plussers houdt zich niet aan alcohollimiet (5 maart 2020)
AB InBev voelt het coronavirus (4 maart 2020)
Bierconsumptiecijfers 2019 gepubliceerd (28 februari 2020)
Biertje in de kantine belangrijkste inkomstenbron voor voetbalclubs (23 februari 2020)
Helft carnavalsvierders drinkt meer dan normaal (23 februari 2020)
Veel carnavalsvierders in Brabantse ziekenhuizen vanwege alcoholmisbruik (23 februari 2020)
Kwart van de Friese jongeren binged (22 februari 2020)
Aantal jongeren dat naar Halt moet voor het eerst in jaren gestegen (20 februari 2020)
Slechte naleving leeftijdsgrens in Zaltbommel (12 februari 2020)
Heineken verkoopt meer bier, maar niet in Europa (12 februari 2020)
Verkoop alcoholvrij bier piekte in januari (11 februari 2020)
Aanbevolen alcoholbeleidsmaatregelen nog lang niet overal ingevoerd (10 februari 2020)
Overmatig alcoholgebruik bij plattelandsjongeren normaal (10 februari 2020)
Licht drinken op oudere leeftijd verhoogt de kans 90 jaar te worden (9 februari 2020)
Meerderheid vindt 0,0‰ voor automobilisten duidelijke grens (29 januari 2020)
Gooise cafébezoekers drinken veel; behoorlijk deel gebruikt drugs (24 januari 2020)
42% deelnemers IkPas rapporteert kinderen het goede voorbeeld te geven (18 januari 2020)
Na bier ook alcoholvrije wijn steeds populairder (18 januari 2020)
Nalevingsonderzoek leeftijdsgrens alcoholverkoop in Noord-Holland Noord (17 januari 2020)
Eén op de tien mannen verschijnt wel eens dronken op het werk (17 januari 2020)
Bij uitgaansgeweld bijna altijd alcohol in het spel (17 januari 2020)
Aantal horecazaken in het afgelopen jaar gestegen (16 januari 2020)
Record: 41.466 Nederlanders staan droog in januari (8 januari 2020)
Stijging aantal alcoholdoden in Verenigde Staten (7 januari 2020)
Stevige drinkers in rijkere wijken hebben minder zorguitgaven (2 januari 2020)
Aanvullende gegevens over alcoholslachtoffers op afdelingen SEH tijdens jaarwisseling (2 januari 2020)
Alcoholgerelateerde ziektelast in 2016 hoger dan eerder gedacht (1 januari 2020)
Wisselend beeld aantallen alcoholslachtoffers op afdelingen SEH (1 januari 2020)